Oefentoets M&M - Oorlog & Vrede - Blok 1 & 2

timer
2:00
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

timer
2:00

Slide 1 - Slide

Oefentoets Oorlog & Vrede
Blok 1 & 2

Slide 2 - Slide

Hoe ontstond nationalisme in de 19e eeuw?
A
Doordat er toen een WK voetbal plaatsvond
B
Door de groei van de welvaart waren mensen trots op hun land
C
Toen kwamen de nazi's in opstand
D
Door de uitbreiding van de industrie

Slide 3 - Quiz

Welke uitspraak past het beste bij een extreem-nationalist?
A
Iedereen is welkom in mijn land.
B
Ik voel me meer een Bestenaar dan een Nederlander.
C
Ik ben voor PSV, dat is de beste club van Nederland.
D
Ik wil niet dat er buitenlanders in Nederland komen wonen.

Slide 4 - Quiz

Wat is een afzetgebied?
A
Een gebied dat afgezet wordt door een bedrijf
B
Een gebied wat afgezet is met lint en hekken
C
Een land dat producten koopt van een ander land.
D
Een gebied waar een bedrijf producten verkoopt

Slide 5 - Quiz

Welk begrip past bij deze foto?
A
Discriminatie
B
Extreem-nationalisme
C
Nationalisme
D
Racisme

Slide 6 - Quiz

Over welke reden voor koloniën rond 1900 gaat deze bron?
A
Europese landen hebben grondstoffen nodig.
B
Europese landen hebben afzetgebieden nodig.
C
Europese landen willen macht en status hebben.
D
Europese landen willen hun beschaving doorgeven.

Slide 7 - Quiz

Van welk Europees land was Suriname een kolonie?
A
België
B
Frankrijk
C
Duitsland
D
Nederland

Slide 8 - Quiz

Hoe langer ik in Wenen woonde, hoe meer mijn haat tegen de Joden groeide. De Joden tasten de Duitse cultuur aan en willen die vernietigen.
Naar: Adolf Hitler, Mein Kampf (Mijn strijd), 1924.

Welk woord past het beste bij deze tekst?Welk woord past het best bij deze bron?

A
antisemitisme
B
discriminatie
C
extreem-nationalisme
D
racisme

Slide 9 - Quiz

Uit welke zin blijkt dat Hitler een extreem-nationalist was?
A
Hij geloofde dat natuurlijke selectie door oorlog het best was.
B
Hij haatte Joden en hij wilde ze vernietigen.
C
Hij vond dat het Arische ras zuiver moest blijven.
D
Hij wilde dat er alleen etnische Duitsers in Duitsland woonden.

Slide 10 - Quiz

Waarom wilden Europese landen rond 1900 koloniën hebben?
A
Ze wilden macht en status
B
Ze vinden het belangrijk om hun beschaving te verspreiden.
C
Ze dachten dan meer spelers voor het nationaal elftal te krijgen
D
Ze kochten daar industrieproducten

Slide 11 - Quiz

Wie was de bedenker van het communisme?
A
Vladimir Poetin
B
Jozep Stalin
C
Vladimir Lenin
D
Karl Marx

Slide 12 - Quiz

Door welk plan werden veel boeren fabrieksarbeider?
A
Revolutieplan
B
Communisme
C
Vijfjarenplan
D
Stalinplan

Slide 13 - Quiz

De tijd wordt gerekend vanaf Londen (UTC). In Moskou is het UTC+3.
Hoe laat is het in Moskou als het in Londen 08.00 uur is?
A
03.00 uur
B
05.00 uur
C
10.00 uur
D
11.00 uur

Slide 14 - Quiz

Hoe wordt een Russische vorst genoemd?
A
Keizer
B
Tsaar
C
Communist
D
Cesar

Slide 15 - Quiz

Wat gebeurde er in 1918 met de vorst toen het Russische Rijk ophield te bestaan en het de Sovjet-Unie werd?
A
Hij vluchtte weg
B
Hij is gaan onderuiken
C
Hij is vermoord door de communisten
D
Hij werd de leider van de Sovjet Unie

Slide 16 - Quiz

Wat past bij de ideeën van Karl Marx?
A
Hij vond dat arbeiders over de hele wereld in opstand moesten komen .
B
Hij was een fabriekseigenaar.
C
Hij was een Duitse wetenschapper en was het niet eens met de manier waarop rijkdom was verdeeld.
D
Hij wilde dat de boeren in de SU in opstand kwamen.

Slide 17 - Quiz

Welk plan zorgde ervoor dat veel boeren fabrieksarbeider werden?
A
Von Schlieffenplan
B
Industrieplan
C
Vijfjarenplan
D
Leninplan

Slide 18 - Quiz

De communisten kwamen in 1918 aan de macht. Wie was de leider van de communisten?
A
Joseph Stalin
B
Karl Markx
C
Vladimir Lenin
D
Vladimir Poetin

Slide 19 - Quiz

Zie je op deze foto een toendra of een taiga?
A
Toendra
B
Taiga

Slide 20 - Quiz

Noem vijf landen die bij de Sovjet-Unie hoorden.

Slide 21 - Open question

Leg uit wat een planeconomie is.

Slide 22 - Open question

Wat moesten boeren afstaan door de planeconomie?

Slide 23 - Open question

Niet iedereen was het ermee eens dat boeren land moesten afstaan, daarom liet Stalin de Koelakken vermoorden. Wie zijn de koelakken?
A
Koeien met lactose intolerantie
B
Boeren die iets / een koe voor zichzelf hielden
C
Lakse boeren, zonder landbouwgrond
D
Koeienhandelaren

Slide 24 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit waarom de Sovjet-Unie uit elkaar viel. Gebruik het woord planeconomie in je antwoord.

Slide 25 - Open question

SO Oorlog en Vrede Blok 1 & 2
  • Leer de LessonUps
  • Leer kennen en kunnen van blok 1 & 2
  • Oefen de oefentoets in LessonUp
  • Oefen de oefentoets in Quayn
  • Zorg dat je laptop voldoende is opgeladen voor de toets begint
  • Neem eventueel je oortjes mee ivm audio-ondersteuning

Slide 26 - Slide