This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom
3 HAVO || 2022-2023
Hoofdstuk 6
Slide 1 - Slide
De vraag naar arbeid is/zijn de ...
A
werkgelegenheid
B
beroepsbevolking
C
werkgelegenheid en vacatures
D
werklozen
Slide 2 - Quiz
Wat is hier het evenwichtsloon?
A
1
B
9
C
17
D
40
Slide 3 - Quiz
Arbeidsproductiviteit
Gemiddelde productie per werknemer per tijdseenheid.
Voorbeeld:
Keano maakt 15 ijsjes per uur.
Jill maakt 20 ijsjes per uur.
De arbeidsproductiviteit is 17,5 ijsjes per uur.
Slide 4 - Slide
Arbeidsproductiviteit formule
Productie : werkgelegenheid
Voordeel veel producten
Stijging welvaart.
Kosten over meer producten verdelen --> goedkoper voor het buitenland
Slide 5 - Slide
Hoe kun je de arbeidsproductiviteit verhogen?
Slide 6 - Open question
De productiewaarde is 210 miljard. De beroepsbevolking is 7,2 miljoen. De arbeidsproductiviteit is 30.000. Hoeveel is de werkgelegenheid? Wat betekent dit nu?
Slide 7 - Open question
Werkloosheidspercentage
Aantal werklozen : beroepsbevolking x 100%
Slide 8 - Slide
Hoe hoog is het werkloosheidspercentage in dit land?
A
4,9 %
B
4,7 %
C
3,5%
D
3,4%
Slide 9 - Quiz
Flexwerk
Geen vaste uren
Je werkt als je nodig bent.
Vaste contracten zonder een vast aantal uren.
Tijdelijke contracten
Uitzendbureau
Oproepkracht
Invalkracht.
Zzp'ers
Slide 10 - Slide
Wat is géén flexwerker?
A
Werknemer met een tijdelijk contract
B
Oproepkracht met een nul-urencontract of min-max contract
C
Uitzendkracht
D
Iemand met een vast contract
Slide 11 - Quiz
Lesdoelen
Aan het einde van de les
Redeneren en rekenen met de samenhang tussen arbeidsproductiviteit, werkende beroepsbevolking en productiewaarde.