kennistest kort

kennistest
2 mavo
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

kennistest
2 mavo

Slide 1 - Slide

Brutoloon 1.500 euro, Inhoudingen 30%. Bereken de inhoudingen en het nettoloon

Slide 2 - Open question

Wat is een CAO?
A
Centrale Arbeidsovereenkomst
B
Collectieve Arbeidsonderneming
C
Centrale Arbeidsonderneming
D
Collectieve Arbeidsovereenkomst

Slide 3 - Quiz

Brutoloon €1560 en de inhoudingen zijn €112. Bereken het percentage van de inhoudingen. Rond af op 1 decimaal en schrijf je berekening op.

Slide 4 - Open question

proeftijd ?
A
een korte werk contract
B
een werk contract zonder tijd
C
geen werk contract
D
een periode aan het begin van je baan waarin opgezegd kan worden zonder een reden

Slide 5 - Quiz

UWV
A
Het UWV kijkt of je recht hebt op een nieuwe baan.
B
Je kijkt of je recht heb op een UWV-uitkering.
C
Het UWV kijkt of je goed bent
D
De UWV helpt je met het zoeken van een nieuwe baan en kijkt of je recht hebt op een WW uitkering

Slide 6 - Quiz

Bekijk het lijndiagram in de bron.
Wanneer steeg de jeugdwerkloosheid het meest?

A
Tussen 2008 en 2009
B
Tussen 2009 en 2010
C
Tussen 2011 en 2012
D
Tussen 2012 en 2013

Slide 7 - Quiz

Bij een vaste baan heb je een
A
arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
B
arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd

Slide 8 - Quiz

Wat is een arbeidsmarkt?
A
Dat zijn alle mensen die werk zoeken.
B
Dat zijn alle mensen die werken of werk zoeken en alle banen en vacatures bij bedrijven.
C
Dat zijn alle mensen die werken.
D
Dat zijn alle mensen die werken of werk zoeken

Slide 9 - Quiz

'Solliciteren' is:
A
De beëindiging van een baan
B
Solderen op je werk
C
Een werknemer laten weten dat je een bepaalde baan wilt.
D
Een werkgever laten weten dat je een bepaalde baan wilt.

Slide 10 - Quiz

ontslag
A
Weggaan bij je beroep.
B
Het beëindigen van je arbeidsovereenkomst.
C
Je wilt graag werken, maar er is geen werk.
D
Een baan waarvoor iemand wordt gezocht.

Slide 11 - Quiz

Als je niet werkt, ben je nog niet werkloos. Wanneer ben je wel werkloos?
A
Je bent actief op zoek naar werk.
B
Je hebt geen baan.
C
Je bent tussen de 15 en de pensioenleeftijd.
D
Je voldoet aan alle drie voorwaarden (A+B+C)

Slide 12 - Quiz

Wat is een vacature?
A
Iemand die een baan zoekt
B
Iemand die een baan heeft
C
Een baan waar iemand aan het werk is
D
Een baan waarvoor iemand wordt gezocht

Slide 13 - Quiz

Brutonloon: 3450
Nettloon: 2674.
Wat zijn de inhoudingen?

Slide 14 - Open question

Wat is een voorbeeld van geschoold werk?
A
Schoonmaakster
B
Docent
C
Vakkenvuller
D
Telefoniste

Slide 15 - Quiz

Wat is arbeidsverdeling?
A
Iedereen doet zijn werk waar hij/zij goed in is.
B
Werk wordt verdeeld, zodat je de dingen die je lastig vindt kunt leren
C
Werk wordt verdeeld over verschillende landen.
D
Iedere maand verander je van werkzaamheden.

Slide 16 - Quiz