Module 1: les 3 - Schritt C

Die Verabredung
Terugblik vorige week: Wat is je bijgebleven?
- Specifieke woorden die je hebt onthouden?

Heute: die Verabredung
- Wat zou dit woord kunnen betekenen? 
- Wat denk je te leren in deze les?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Die Verabredung
Terugblik vorige week: Wat is je bijgebleven?
- Specifieke woorden die je hebt onthouden?

Heute: die Verabredung
- Wat zou dit woord kunnen betekenen? 
- Wat denk je te leren in deze les?

Slide 1 - Slide

Vertaal het volgende woord: lente

Slide 2 - Open question

Vertaal het volgende woord: augustus

Slide 3 - Open question

Vertaal het woord: vrijdag

Slide 4 - Open question

Vertaal het woord: vrije dag

Slide 5 - Open question

Lernziele
Aan het einde van deze les kan ik:

* woorden vertalen die te maken hebben met tijd, eten/drinken, personen 
* deze woorden praktisch toepassen

Slide 6 - Slide

Ik kan woorden vertalen die te maken hebben met tijd, eten/drinken, personen 
We gaan luisteren naar een gesprek tussen Laura en haar vriendinnen. Laura wil dit weekend met hen afspreken. 

Wat gaan de vriendinnen doen, wat hebben ze hier allemaal voor nodig? 
We vullen samen de checklist en mindmap in

Kies daarna 1 van de keuze-opdrachten C1, C2 of C3

Slide 7 - Slide

Wahlaufgabe C1
* Bij deze keuze-opdracht ga je de kloktijden, dagen en activiteiten herhalen.

* Werk in duo's: persoon A en persoon B, vul elkaars planner in door met elkaar te bespreken wanneer je tijd hebt. Maak gebruik van de Redemittel rechts bovenin op Seite 17
Wanneer heb je beide vrij en lukt het om af te spreken? 

Klaar? Laat het gesprek luisteren aan mij. 

Slide 8 - Slide

Wahlaufgabe C2
* Je werkt in duo's

Knip de 7 Grundwort-Karten uit, bewaar deze op een stapeltje in het midden tussen jullie in.
Knip vervolgens de andere kaartjes uit (Bestimmungswort-Karten), deze zijn voor jezelf. 
De Bestimmungswort-Karten leg je op de kop op een stapeltje. 
Je pakt een kaartje van de Bestimmungswörter. Past deze bij 1 van de Grundwort-Karten? Dan mag je het kaartje houden, anders leg je het terug. 
Wie wint de meeste kaartjes? 

Slide 9 - Slide

Wahlaufgabe C3
* Bij deze opdracht werk je alleen of in duo's
Je gaat een feest organiseren.

* Lees de tekst en vul de checklist in. Wat doe je 3 weken voordat je feestje begint? En 2 weken van tevoren? Vul de checklist ook voor de overige weken aan.
Bedenk zelf wat je een dag van tevoren gaat doen! 


Slide 10 - Slide

Lernziele
Aan het einde van deze les kan ik:

* woorden vertalen die te maken hebben met tijd, eten/drinken, personen 
* deze woorden praktisch toepassen

Slide 11 - Slide

Nächste Woche
Huiswerk: maken Schritt C + 1 keuze-opdracht C

Les: eine Party organisieren
We gaan bezig met het schrijven van een reactie op een uitnodiging voor een feestje en in tweetallen gaan we nadenken over een eigen feestje

Slide 12 - Slide