Herhaling §4.1 + §4.2

b1d Mens & Maatschappij
1. Stil lezen
2. SO 4.1 + 4.2 Opgeven
3. Uitleg WO1
3. Herhaling §4.1 + §4.2
Naar LessonUp.app!!
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

b1d Mens & Maatschappij
1. Stil lezen
2. SO 4.1 + 4.2 Opgeven
3. Uitleg WO1
3. Herhaling §4.1 + §4.2
Naar LessonUp.app!!

Slide 1 - Slide

b1b - Mens & Maatschappij
1. PW 4.1 + 4.2 Opgeven
2. Herhaling §4.1 + §4.2
Naar LessonUp.app!!

Slide 2 - Slide

timer
10:00
Stil lezen
Voor de strafregelschrijvers...
Ik neem voortaan mijn leesboek mee voor stil lezen en zorg er voor dat ik hem niet meer vergeet.

Slide 3 - Slide

Welke jaartallen horen bij het tijdvak van steden en staten?

Slide 4 - Open question

Wat voor samenleving hoort bij het tijdvak steden en staten?

Slide 5 - Open question

Koppel het juiste begrip aan de juiste uitleg
Ambachtslieden
Handelaren
Tijd van steden en staten
Markt
mensen die producten maken met hun handen en gereedschap
Duurde van 1000 tot 1500
Mensen die spullen kopen en vervolgens verkopen
plek waar mensen producten kopen en verkopen

Slide 6 - Drag question

Wie waren het bestuur van de stad?
A
Burgers
B
Edelman
C
Burgerij
D
Schout

Slide 7 - Quiz

Het gewest Holland werd bestuurd door Floris V.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quiz

Hoe noem je een inwoner van een stad of land?
A
Stedeling
B
Burger
C
Persoon
D
Student

Slide 9 - Quiz

noem de 5 historische periodes in de goede volgorde op

Slide 10 - Open question

2: In dit tijdvak ontstaan er weer steden. Hieronder staan 4 oorzaken, zet die in de juiste volgorde.
A: Er ontstaat een overschot aan voedsel
B: Mensen blijven wonen bij markten; zo ontstaan steden
C: Nieuwe uitvindingen en meer landbouwgrond
D: Rondreizende handelaren kopen voedsel van boeren.
A
C - A - D - B
B
A - D - C - B
C
C - B - A - D
D
D - C - B - A

Slide 11 - Quiz

hoe noemen we het proces van het ontstaan en de groei van steden?

Slide 12 - Open question

waar houden de mensen die in de stad wonen zich vooral mee bezig?

Slide 13 - Open question

3: De standensamenleving in de Middeleeuwen was opgedeeld in 3 standen. Sleep de juiste stand naar de bijbehorende afbeelding.
Geestelijkheid
Boeren
Adel

Slide 14 - Drag question

Steden kregen in deze tijd stadsrechten, wat is geen privilege als gevolg van deze stadsrechten?
A
een stadsmuur bouwen
B
zelf rechtspreken in de stad
C
gebieden veroveren
D
zelfbestuur

Slide 15 - Quiz

Wat is een aflaat?

Slide 16 - Open question

Wie is de baas van de Katholieke kerk?

Slide 17 - Open question

waarom werd de kruistocht uitgeroepen door de paus?
A
om jeruzalem te bevrijden
B
om gebieden te veroveren
C
uit angst voor de uitbreiding van de islam

Slide 18 - Quiz

De drie standen? (vorige hoofdstuk)

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Welk begrip hoort bij het plaatje?
A
centralisatie
B
staatsvorming
C
Staten-Generaal
D
inspraak

Slide 21 - Quiz

Wat is staatsvorming?
A
Een koning met zijn eigen ridders om het land te beschermen.
B
De koning wetten maakt voor het land.
C
Als een land steeds meer als een eenheid wordt bestuurd.
D
Het recht van een stad op een eigen bestuur en eigen wetten.

Slide 22 - Quiz

Welk-woord-weg: Welk begrip hoort er volgens jou niet bij? Je moet het kunnen uitleggen.
centralisatie - inspraak - hoofdstad

Slide 23 - Open question

1 In de middeleeuwen, de tijd die duurde van ________ tot ________, had de kerk __________________ macht.
2 De meeste mensen waren ____________________________ .
3 Geestelijken leerden de mensen dat ze in de _______________ zouden komen als ze goed zouden leven.
4 Mensen die niet christelijk waren, werden vaak _____________________ .

beboet
christenen
gestraft
hel
hemel
moslims
veel
weinig
500
1000
1500

Slide 24 - Drag question

1 In 1095 riep de Paus ____________________ op om gewapend naar Jeruzalem te trekken om de __________________________ te verdrijven.
2 De paus beloofde iedereen die meehielp een plek in de _______________ 
3 Deze tochten van gewapende mensen worden ____________________________________ genoemd.
4 Uiteindelijk wisten de ____________________ de strijd te winnen.

Azië
christenen
de Arabische wereld
Europa
hel
hemel
kruistochten
moslims
moslims

Slide 25 - Drag question

Wat is centralisatie?
A
Als een land steeds meer als een eenheid wordt bestuurd.
B
Als een land vanuit een centrale plek wordt bestuurd.
C
Als de koning die steeds minder zijn paleis uit wil gaan.
D
Als de koning die alle macht heeft.

Slide 26 - Quiz

Een schout is...
A
een edelman
B
een burgemeester
C
een burger
D
een inwoner van een stad

Slide 27 - Quiz

In een stad ontstonden nieuwe beroepen zoals schoenmaker, glasmaker en touwslager.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Welke grote verandering vond er plaats rond het jaar 1000?
A
Boeren gingen rondtrekken op zoek naar grond.
B
E gingen veel mensen in Europa dood door ziektes.
C
Rondom de markt kwamen steeds meer mensen wonen.

Slide 29 - Quiz

Vanuit dit paleis werd het hele rijk bestuurd. Hoe heet dit?
A
centralisatie
B
democratie
C
koningschap
D
gewesten

Slide 30 - Quiz

De koningen werden steeds rijker door:
A
belastinggeld innen
B
staatsvorming
C
cadeau's

Slide 31 - Quiz

Leg kort uit waarom steden bij markplaatsen ontstonden

Slide 32 - Open question

Boeren hadden een betere ploeg uitgevonden, waarmee ze grond konden bewerken.

De mest werd beter verdeeld en de grond vruchtbaarder.

Ouders konden nu kiezen om meer kinderen te nemen. Er was voedsel genoeg.

Daardoor verdubbelde de bevolking.

De oogst van boeren was groter. Zo kwam er meer voedsel voor mensen.

Slide 33 - Drag question