WIS H7 Toets

WIS H7 Toets
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

WIS H7 Toets

Slide 1 - Slide

1
De zwemvereniging verkoopt appeltaarten.
De prijs is € 6,- per appeltaart.

a Tjerk heeft acht appeltaarten verkocht.
Hoeveel euro heeft hij verdiend?
......................................................................................

b Vul de regel in woorden verder in.
Het aantal verkochte appeltaarten keer ....... is de opbrengst.

c Alle leden samen hebben 150 appeltaarten verkocht.
Dat levert € .................... voor de zwemvereniging op.

Slide 2 - Slide

2
Bert wast in zijn vrije tijd auto’s.
Hij vraagt € 5,- voor het wassen van een auto.
Hij heeft voor € 20,- aan schoonmaakspullen gekocht.
Hoeveel Bert verdient, kun je berekenen met een pijlenketting.
 




a
Vul de regel in woorden verder in.
Het aantal auto’s keer ....... min ....... is de verdiensten.





Slide 3 - Slide

2
b
Zijn vader zegt: ‘Als je tien auto’s gewassen hebt, heb je
€ 50,- verdiend’.
Volgens Bert heeft hij dan maar € 30,- verdiend.
Leg met een berekening uit wie gelijk heeft. 
Dus ........................ heeft gelijk.

Bert spaart voor een fiets van € 550,-. 
Hoeveel euro heeft hij te weinig gespaard  
als hij 100 auto’s heeft gewassen?  
............................................................


Slide 4 - Slide

3 De pijlenketting laat zien welke berekeningen je moet maken.
Vul de volgende tekst en pijlenkettingen verder in.
a Boven de pijl staat een bewerking (, :, +, –) met een .......................................
Voor de pijlenketting staat het ......... - getal.
Het getal achter de pijlenketting is het .........- getal.
b 32
c 28
d ...…

Slide 5 - Slide

4 Camping De Lei berekent de kosten voor het
huren van een caravan met de pijlenketting
aantal nachten kosten.
a Bereken de kosten voor één nacht.
............................................................................
b Maak een formule bij de pijlenketting.
.................................................................................
c De familie Floor huurt de caravan tien nachten.
Bereken hoeveel euro de familie moet betalen.
...............................................................................
..............................................................................

Slide 6 - Slide

5 Maak een formule bij de volgende pijlenkettingen.
a
.............................................................................................................
b
.............................................................................................................

Slide 7 - Slide

6 Een voordeelkaart voor het zwembad kost 80 euro.
Een toegangskaartje kost daardoor nog maar € 2,50.
De totale kosten kun je berekenen met de formule
80 + aantal keer zwemmen  2,50 = kosten.
a Paul gaat tien keer zwemmen.
Bereken hoeveel Paul in totaal moet betalen.
............................................................................
b Bereken hoeveel Paul moet betalen als hij
twintig keer gaat zwemmen..
............................................................................
c Waarom is 20 keer zwemmen niet twee keer zo duur als tien keer zwemmen?
............................................................................
...........................................................................

Slide 8 - Slide

7 Je ziet opstellingen van tafels met stoelen.
a Het aantal stoelen bij een tafel kun je berekenen met de formule aantal tafels × 2 + 2 = aantal stoelen.
Bereken het aantal stoelen bij acht tafels.
............................................................................
aantal tafels 5 8 15 20 50
aantal stoelen
b Vul de tabel in.
c Aan een tafel staan 38 stoelen.
Uit hoeveel tafels bestaat deze opstelling?
.....................................................................................
..................................................................................... 

Slide 9 - Slide

8 Mike bezorgt pizza’s.
Hij berekent het bedrag dat hij per dag als pizzabezorger verdient met de formule
aantal pizza’s × 0,50 + 5 = bedrag.
a Vul bij de formule de tabel in.
aantal pizza’s 0 1 2 3 4 5 6
bedrag in euro’s
b Teken de grafiek bij de tabel.

Slide 10 - Slide

9 Tamara spaart volgens de formule
aantal maanden × 20 + 50 = bedrag.
Teken de grafiek bij de formule.
Maak gebruik van de tabel.

Slide 11 - Slide