What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
31 mei 2024
V2 Latijn
31 mei 2024
31 mei 2024
V2 LATIJN
Non vitae sed scholae discimus
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
V2 Latijn
31 mei 2024
31 mei 2024
V2 LATIJN
Non vitae sed scholae discimus
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Aerobe
Lessonup
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen?
Vragen over de weektaak
Volgende week
Grammatica: het betrekkelijk voornaamwoord (pronomen relativum)
Werken aan de weektaak
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Volgende week
De komende drie lessen ben ik afwezig
Wat je moet doen staat in de weektaak
Nakijkmodellen staan in de ELO
Oefenproefwerk staat in de ELO
Met vragen kun je ook terecht bij mw De Jong
Slide 5 - Slide
Grammatica
Het betrekkelijk voornaamwoord
(pronomen relativum)
Laatste nieuwe grammatica van dit schooljaar!
Slide 6 - Slide
Wat is het betrekkelijk vnw in deze zin:
De man die daar loopt woont in dat huis
A
De
B
die
C
daar
D
dat
Slide 7 - Quiz
Wat is het betrekkelijk vnw in deze zin:
Dat paard houdt van de vrouw die het heeft gekocht
A
Dat
B
de
C
die
D
het
Slide 8 - Quiz
Wat is het betrekkelijk vnw in deze zin:
De vrouw ziet het paard dat haar heeft gebeten
A
De
B
het
C
dat
D
haar
Slide 9 - Quiz
Die / dat
Het betrekkelijk vnw kan in het nl. dat of die zijn
dat
verwijst altijd naar 'het' woorden (
onz ev
)
die
verwijst altijd naar 'de' woorden (
m/v ev/mv
)
Het kind dat...
Het meisje dat...
Het huis dat...
De vrouw die...
De man die...
De mensen die...
Slide 10 - Slide
Betrekkelijke bijzin
Een betrekkelijk vnw leidt een bijzin in
dat is dan een 'betrekkelijke bijzin'
(of relatieve bijzin)
De betrekkelijke bijzin zegt iets over iets uit de hoofdzin
Het betrekkelijk vnw verwijst
naar datgene of diegene(n)
Dat noem je het
antecedent
De man
die
daar loopt
, is gek
Slide 11 - Slide
Let op:
De man
die
daar loopt
, is gek.
(het...dat...)
De man
aan wie
ik een cadeau gaf
, daar zie, is gek.
(het...waarmee...)
De man
die
ik daar zie
, is gek
(het...dat...)
De man
van wie
de auto is
, is gek.
(het...waarvan...)
De man
met wie
ik ging eten
, is gek. (
het...waarmee...)
Slide 12 - Slide
Vul aan:
De mensen .... daar wonen, zijn aardig
A
die
B
dat
C
aan wie
D
van wie
Slide 13 - Quiz
De vrouwen... ik de fiets geef, komen uit Japan
A
van wie
B
(aan) wie
C
waarvan
D
die
Slide 14 - Quiz
Het apparaat....de handleiding ontbreekt, gebruik ik niet.
A
waar
B
dat
C
die
D
waarvan
Slide 15 - Quiz
De vrouw.... dit hondje is, woont verderop.
A
die
B
dat
C
van wie
D
waarvan
Slide 16 - Quiz
Grammatica (Aant. 24.1, p.114)
Slide 17 - Slide
Hé, dat rijtje van qui, quae en quod... dat is precies hetzelfde als...
A
het zelfstandig vragend voornaamwoord
B
het onbepaald voornaamwoord
C
het aanwijzend voornaamwoord
D
het bijvoeglijk vragend voornaamwoord
Slide 18 - Quiz
Werken aan de weektaak
14 (p.115)
Slide 19 - Slide
More lessons like this
24 betrekkelijk vnw
April 2024
- Lesson with
16 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Leçon 4 - Le pronom relatif
September 2023
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
voornaamwoorden
January 2023
- Lesson with
38 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Les 24, betrekkelijk voornaamwoord
September 2021
- Lesson with
15 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
voornaamwoorden
September 2024
- Lesson with
49 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Latijn: vragend en betrekkelijk voornaamwoord
November 2022
- Lesson with
31 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
15 mei
May 2024
- Lesson with
22 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3G LTC week 38
September 2022
- Lesson with
42 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3