Les 24, betrekkelijk voornaamwoord

1 / 15
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

nom ev
gen ev
dat ev
acc ev
abl ev
nom mv
gen mv
dat mv
acc mv
abl mv
cui
quam
quem
quibus
quarum
quo
quae
quod
cuius
qui
qua
quorum
quos
quas

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Hoe heet het woord waarnaar het betrekkelijk voornaamwoord verwijst?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Uitleg :
- Het relativum levert een bijzin op, 
   met een eigen PV, OW, LV enz.
- Het relativum heeft een
  antecedent
- Het relativum heeft hetzelfde    
   getal en geslacht als het 
   antecedent  (ev/mv, M/V/O)
- Het relativum heeft de naamval 
   die nodig is in de bijzin
Deus, qui puellam amat, Mars est.
(De god, die van het meisje houdt, is Mars.)

qui = relativum 
       = M. ev. => antecedent deus = M. ev.
       = nom. => OW bij amat

Slide 8 - Slide

Uitleg :
- Het relativum levert een bijzin op, 
   met een eigen PV, OW, LV enz.
- Het relativum heeft een
  antecedent
- Het relativum heeft hetzelfde    
   getal en geslacht als het 
   antecedent  (ev/mv, M/V/O)
- Het relativum heeft de naamval 
   die nodig is in de bijzin
Deus, quem puella amat, Mars est.
(De god, waar het meisje van houdt /
                   die het meisje bemint, is Mars.)

quem = relativum 
       = M. ev. => antecedent deus = M. ev.
       = acc. => LV bij amat,
                           
OW = puella

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Vertaal de volgende zin:
Vir, quem video, pater tuus est.

Slide 11 - Open question

Vertaal de volgende zin:
Vir, cuius filius es, pater tuus est.

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

cuius

cui
a quibus
quas
quo
quibuscum
van wie, wiens
door wie
die
met wie
waardoor
aan wie
waarmee
voor wie
waarvan

Slide 15 - Drag question