Herhalingsles stofwisseling & spijsvertering (sacha)

Herhalingsles
Stofwisseling & Spijsvertering

Mevrouw Pons

1 / 27
next
Slide 1: Slide
uiterlijke verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhalingsles
Stofwisseling & Spijsvertering

Mevrouw Pons

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning van vandaag
- Herhalen onderdeel huid
- Stofwisseling
- Spijsvertering
- Opdracht
- Volgende week

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke huidlagen behoren tot de laag van Malpighi?
A
Basaalcellenlaag en korrellaag
B
Stekelcellenlaag en basaalcellenlaag
C
Stekelcellenlaag en doorschijnende laag

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

In welke huidlaag begint het verhoorningsproces?
A
Stratum corneum
B
Stratum cylindricum
C
Stratum granulosum

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat bevindt zich hoofdzakelijk in de lederhuid?
A
Elastische en collagene vezels.
B
Elastische en reticuline vezels.
C
Gladde spiercellen en collagene vezels.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor vorm heeft de zweetklier?
A
Buisvormig
B
Buis- en trosvormig
C
Trosvormig

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

 Stofwisseling = Metabolisme
OPBOUW EN HANDHAVEN VAN HET LICHAAM​


OMZETTEN VAN STOFFEN IN EENVOUDIGE UIT TE SCHEIDEN STOFFEN

Slide 7 - Slide

Beauty level 2 : 9.1 
Assimilatie = opbouw
Assimilatie: voedingstoffen vervormen tot  ze verandert zijn in lichaamseigen stoffen.

Bijvoorbeeld: vetten, koolhydraten en eiwitten -> brandstoffen en bouwstoffen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Dissimilatie = afbraak
Verbranding 
Hierdoor ontstaat energie
(warmte en arbeidsvermogen)

Katabolisme 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is de voedingswaarde van 1 gram vet?
A
17 Kjoule
B
38 Kjoule
C
43 Kjoule

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Stofwisseling beïnvloeden 
- Veel of weinig inspannen 
- Meer of minder voeding nemen

WANNEER ASSIMILATIE GROTER IS DAN
DISSIMILATIE NEEMT HET
LICHAAMSGEWICHT TOE



Slide 11 - Slide

BASAALMETABOLISME = STOFWISSELING TIJDENS RUST

SYSTEMEN VOOR HET STOFWISSELINGSPROCES
SPIJSVERTERINGSSYSTEEM

BLOED- EN LYMFEVATENSYSTEEM
ADEMHALINGSSYSTEEM
UITSCHEIDINGSSYSTEEM



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Spijsvertering
Verteert voeding: maakt voeding fijn
+(keelholte)
Spijsverteringskanaal

Ondersteunende organen:
- alvleesklier
-lever
-galblaas

Slide 13 - Slide

Beauty level 2: 9.2 
DOEL
VOEDSEL GESCHIKT MAKEN VOOR OPNAME IN BLOED EN LYMFE​

NIET BRUIKBARE BESTANDDELEN UIT HET LICHAAM VERWIJDEREN​

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

In welke delen van het spijsverteringskanaal worden geen enzymen gevormd?
A
in de dikke darm en de slokdarm
B
in de dunne darm en de endeldarm
C
in de slokdarm en de maag

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

ENZYMEN

Mond =Amylase
Maag = Protease, Lipase maar is niet werkzaam
Alvleesklier = Amylase, Protease, Lipase 
Dunne darm =Amylase, Protease, Lipase
darmsap

enzymen= soort scharen die versnipperen
 








Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Keelholte
PLAATS: TUSSEN DE HUIG EN DE HET​

STROTTENKLEPJE​

HIER ONTSTAAT EEN SLIKREFLEX​

IN DE KEELHOLTE KRUISEN DE​
SPIJSVERTERINGSWEG EN​
DE LUCHTWEG ELKAAR​

DE KEELHOLTE GAAT OVER IN DE SLOKDARM EN HET​
STROTTENHOOFD ​

PLAATS STROTTENHOOFD:​
TUSSEN DE KEELHOLTE EN DE LUCHTPIJP​












Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Maag
DE INGANG EN DE UITGANG WORDEN​

AFGESLOTEN DOOR KRINGSPIEREN​
​DE KRINGSPIER BIJ DE UITGANG = DE​
PORTIERSPIER​

FUNCTIE
BEWAREN VAN VOEDSEL​

KNEDEN VAN VOEDSEL DOOR PERISTALTISCHE BEWEGINGEN​
VERMENGEN VOEDSEL MET MAAGSAP​​




Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Waaruit bestaat de binnenste laag van de maagwand?
A
Bindweefsel
B
Glad spierweefsel
C
Epitheelweefsel

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voornaamste spijsverteringsenzym in het maagsap?

A
amylase
B
glucagon
C
protease

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Waaruit bestaat de dunne darm achtereenvolgens?




A
uit de nuchtere darm, de twaalfvingerige darm en de kronkeldarm
B
uit de twaalfvingerige darm, de kronkeldarm en de nuchtere darm
C
c. uit de twaalfvingerige darm, de nuchtere darm en de kronkeldarm

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat vindt plaats door peristaltiek?
A
afbraak van voedsel
B
verplaatsing van voedsel
C
vertering van voedsel

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Dikke darm
Hier vindt geen vertering meer plaats. 

FUNCTIES:​
-​VERZAMELEN VAN ONVERTEERBARE RESTEN ​
​-ONTTREKKEN VAN VOCHT AAN DE SPIJSBRIJ​




BESTAAT UIT:​
​OPSTIJGENDE TAK​
​DWARSVERLOPENDE TAK​
​AFDALENDE TAK 






Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Anus
OPGEBOUWD UIT 2​

SLUITSPIEREN:​

UITWENDIGE WILLEKEURIGE SLUITSPIER (DWARSGESTREEPT)​

INWENDIGE ONWILLEKEURIGE SLUITSPIER (GLAD)​




Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van de alvleesklier?
A
het afbreken van dode erytrocyten
B
het produceren van adrenaline
C
het produceren van insuline

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van de galblaas is?
A
Opslaan van gal
B
Opslaan van vet
C
Produceren van gal

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Hoe worden de uit het spijsverteringskanaal opgenomen eiwitten vervoerd
A
Via een slagader naar de nieren
B
Via een lymfevat naar de bloedbaan
C
Via een ader naar de lever

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions