H6 Wie heeft het voor het zeggen? Oefentoets



Oefentoets Hoofdstuk 6
1 / 38
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson



Oefentoets Hoofdstuk 6

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?


  • Oefentoets Hoofdstuk 6
  • Eventuele vragen beantwoorden

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Kies de juiste overheidslaag:

Verantwoordelijk voor de jeugdzorg en ouderenzorg
A
Het Rijk
B
De Provincie
C
De Gemeente

Slide 4 - Quiz

Kies de juiste overheidslaag:

Controleren of iedereen zich aan de wet houdt
A
Het Rijk
B
De Provincie
C
De Gemeente

Slide 5 - Quiz

Kies de juiste overheidslaag:

Bepaalt waar steden en dorpen mogen uitbreiden
A
Het Rijk
B
De Provincie
C
De Gemeente

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste overheidslaag:

Zorgt voor infrastructuur
A
Het Rijk
B
De Provincie
C
De Gemeente

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste overheidslaag:

Hier kun je terecht voor je paspoort of rijbewijs
A
Het Rijk
B
De Provincie
C
De Gemeente

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste overheidslaag:

Bepaalt waar bedrijventerreinen en recreatiegebieden komen
A
Het Rijk
B
De Provincie
C
De Gemeente

Slide 9 - Quiz

Als je energiebesparende maatregelen neemt voor je woning, zoals isoleren of dubbel glas kun je hiervoor ...... aanvragen.
A
Accijns
B
Subsidie
C
Milieubelasting

Slide 10 - Quiz

Accijns is het verhogen van de prijs om ervoor te zorgen dat er minder van wordt verkocht. Op welke artikelen wordt accijns geheven door de overheid?

Er zijn twee antwoorden mogelijk
A
Groenten
B
Alcohol, sigaretten
C
Brandstof
D
Auto's

Slide 11 - Quiz

De overheid zorgt voor collectieve goederen. Welke reden is geen reden voor het zorgen voor collectieve goederen?
A
Zorgen dat de kwaliteit goed blijft
B
Zorgen dat de goederen betaalbaar blijven
C
Zorgen dat niet iedereen apart ervoor hoeft te betalen
D
Zorgen dat het land schoon blijft

Slide 12 - Quiz

Collectieve of particuliere sector?


Overheid
A
Collectieve sector
B
Particuliere sector

Slide 13 - Quiz

Collectieve of particuliere sector?


Bedrijven
A
Collectieve sector
B
Particuliere sector

Slide 14 - Quiz

Collectieve of particuliere sector?


instellingen sociale zekerheid (zoals UWV)
A
Collectieve sector
B
Particuliere sector

Slide 15 - Quiz

Collectieve of particuliere sector?


burgers
A
Collectieve sector
B
Particuliere sector

Slide 16 - Quiz

Annet is gehuwd en heeft een inkomen van €775 per maand. Bereken hoeveel uitkering Annet per maand moet krijgen om op het sociaal minimum te komen.


A
€774,20
B
€903,30
C
€453,07
D
€387,70

Slide 17 - Quiz

Juist of onjuist?

In Nederland heeft iedereen recht op huurtoeslag
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Juist of onjuist?

Nederland is een verzorgingsstaat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Juist of onjuist?

In Nederland kun je als je te weinig verdient zorgtoeslag krijgen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Juist of onjuist?

De overheid betaalt alle huurwoningen in Nederland
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Hasan is zelfstandig ondernemer. Doordat hij geen producten geleverd kan krijgen, kan hij niets meer verkopen. Hij heeft dus geen inkomen meer.

Heeft Hasan recht op WW (WerkloosheidsWet)
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Rik werkt in loondienst bij een groothandel. Door een bedrijfsongeval wordt hij arbeidsongeschikt.

Heeft Rik recht op een WIA uitkering (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)?


A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Sociale verzekering of sociale voorziening?

AOW
A
Sociale verzekering
B
Sociale voorziening

Slide 24 - Quiz

Sociale verzekering of sociale voorziening?

Bijstandsuitkering
A
Sociale verzekering
B
Sociale voorziening

Slide 25 - Quiz

Sociale verzekering of sociale voorziening?

WW
A
Sociale verzekering
B
Sociale voorziening

Slide 26 - Quiz

Sociale verzekering of sociale voorziening?

Zorgtoeslag
A
Sociale verzekering
B
Sociale voorziening

Slide 27 - Quiz

Sociale verzekering of sociale voorziening?

Huurtoeslag
A
Sociale verzekering
B
Sociale voorziening

Slide 28 - Quiz

Iedere inwoner van Bladel
betaalt €200 per jaar aan
rioolheffing.

Hoeveel inwoners heeft Bladel?
A
51.155
B
1.983
C
9.915
D
6.290

Slide 29 - Quiz

Wat zijn de belangrijkste inkomsten van een gemeente?
A
Inkomsten vanuit het rijk
B
Gemeentebelastingen
C
Geld vanuit de verkoop van paspoorten
D
Geld vanuit parkeerboetes

Slide 30 - Quiz

Directe of indirecte belastingen

Loonbelasting
A
Directe belasting
B
Indirecte belasting

Slide 31 - Quiz

Directe of indirecte belastingen

btw
A
Directe belasting
B
Indirecte belasting

Slide 32 - Quiz

Directe of indirecte belastingen

winstbelasting
A
Directe belasting
B
Indirecte belasting

Slide 33 - Quiz

Directe of indirecte belastingen

accijns
A
Directe belasting
B
Indirecte belasting

Slide 34 - Quiz

Welke van onderstaande zijn voorbeelden van niet-belastingontvangsten?
A
Verkeersboetes
B
Accijns
C
Winst van overheidsbedrijven
D
BTW

Slide 35 - Quiz

Rijksbegroting of miljoenennota?

Hierin staan de verwachte inkomsten en uitgaven van het rijk in het komende jaar.
A
Rijksbegroting
B
Miljoenennota

Slide 36 - Quiz

Rijksbegroting of miljoenennota?

Dit is de toelichting op de rijksbegroting. Daarin legt de regering uit waarom zij bepaalde keuzes maakt. En waarom sommige bedragen hoger of lager zijn dat het jaar ervoor.
A
Rijksbegroting
B
Miljoenennota

Slide 37 - Quiz

Rijksbegroting of miljoenennota?

Dit is de toelichting op de rijksbegroting. Daarin legt de regering uit waarom zij bepaalde keuzes maakt. En waarom sommige bedragen hoger of lager zijn dat het jaar ervoor.
A
Rijksbegroting
B
Miljoenennota

Slide 38 - Quiz