Examentraining_Overzicht 2 april

Abiotische factoren
Biotische factoren
Lucht
Soortgenoten
Nestgelegenheid
Licht
Prooidieren
Bodemsamenstelling
Water
Ziekteverwekkers
Wind
Temperatuur
1 / 23
next
Slide 1: Drag question
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Abiotische factoren
Biotische factoren
Lucht
Soortgenoten
Nestgelegenheid
Licht
Prooidieren
Bodemsamenstelling
Water
Ziekteverwekkers
Wind
Temperatuur

Slide 1 - Drag question

Producenten
Consumenten
Planten
Dieren
Doen aan fotosynthese
Maken energierijke stoffen uit energie arme stoffen
Hebben andere organismen nodig voor hun voedsel

Slide 2 - Drag question

Geef de formule van verbranding en de formule van fotosynthese. Geef het zo aan:
Fotosynthese:
Verbranding:

Slide 3 - Open question

Geef een voorbeeld van prenataal onderzoek
(naar de foetus)

Slide 4 - Open question

Noem alle levenskenmerken

Slide 5 - Open question

Geslachtelijke voortplanting

Ongeslachtelijke voortplanting
Wortelstokken
Stekjes
Bestuiving en bevruchting
Gekleurde kroonbladeren
Hetzelfde genotype
Uitlopers
Stuifmeelkorrels

Slide 6 - Drag question

Planten in een droog milieu
Planten in een vochtig milieu
grote, dunne bladeren
dikke waslaag op bladeren
weinig huidmondjes
uitgebreid wortelstelsel
veel huidmondjes
zwak ontwikkeld wortelstelsel
kleine, dikke bladeren

Slide 7 - Drag question

Hier is een voorbeeld te zien van:
A
Baltsgedrag
B
Territoriumgedrag

Slide 8 - Quiz

Een kuiken van een zilvermeeuw tikt op de rode punt op de snavel van de moeder. De moeder geeft het kuiken eten.
Wat is de respons?
A
Het tikken op de snavel
B
Het eten geven door de moeder

Slide 9 - Quiz

Dit is een bloem van een:
A
Windbestuiver
B
Insectenbestuiver

Slide 10 - Quiz

Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes
Zuurstoftransport
Bevat een celkern
Altijd een vaste ronde vorm
Bloedstolling
Ziekteverwekkers onschadelijk maken
Hemoglobine

Slide 11 - Drag question

Hoe heet onderdeel 10?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer

Slide 12 - Quiz

Wat is de naam van bloedvat '6'?
A
Leverader
B
Leverslagader
C
Maagader
D
Poortader

Slide 13 - Quiz

Je bent immuun tegen pokken. Ben je dan ook direct immuun tegen de mazelen?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Waar herkennen witte bloedcellen ziekteverwekkers aan?
A
Aan antigenen
B
Aan antistoffen
C
Aan antigenen en antistoffen

Slide 15 - Quiz

Bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep 0
Antigen A
Antigen B
Antigen A en B
Geen antigenen
Geen antistoffen
Antistof A
Antistof B
Antistof A en B

Slide 16 - Drag question

Staafjes
Kegeltjes
Kleuren waarnemen
Lage drempelwaarde
Contrasten waarnemen
Hoge drempelwaarde
Vooral te vinden in en rond de gele vlek
Te vinden over het hele netvlies, behalve de gele vlek

Slide 17 - Drag question

Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel
Schakelcel

Slide 18 - Drag question

In welk onderdeel wordt je ademhaling en hartslag geregeld?
A
Onderdeel 1
B
Onderdeel 2
C
Onderdeel 3

Slide 19 - Quiz

In welk onderdeel bevindt zich het gezichtscentrum?
A
Onderdeel 1
B
Onderdeel 2

Slide 20 - Quiz

Hoe heet onderdeel Q?
A
Eilandjes van Langerhans
B
Bijnier
C
Hypofyse
D
Schildklier

Slide 21 - Quiz

Van welk type voedsel kunnen voedselresten gevonden worden in mammoeten?
A
Resten van dierlijk voedsel
B
Resten van plantaardig voedsel
C
Resten van plantaardig- en dierlijk voedsel

Slide 22 - Quiz

Maagsap
Gal
Speeksel

Alvleessap
Zetmeel verteren
Koolhydraten, eiwitten, vetten verteren
Vetten emulgeren
Alleen eiwitten verteren

Slide 23 - Drag question