Crustacea

Crustacea
Werner van Beijnen & Jordao Simons
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieHBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Crustacea
Werner van Beijnen & Jordao Simons

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je:
  • uitleggen waarom er, volgens huidige fylogenetische inzichten, niet meer wordt gesproken over crustacea maar over pancrustacea. 
  • de algemene bouw van crustacea beschrijven.
  • voorbeelden benoemen van isopoda, decapoda en cirripeda.

Slide 2 - Slide


Leg uit of de crustacea een monofyletische groep vormen.
Dit is een open vraag

Slide 3 - Open question

Fylogenie
  • Niet monofyletisch
  • Pancrustacea

Slide 4 - Slide


Hoeveel poten hebben crustacea minimaal?
Dit is een meerkeuzevraag
A
6 poten
B
8 poten
C
10 poten
D
12 poten

Slide 5 - Quiz


Noem een soort die tot de crustacea behoort.
Dit is een open vraag

Slide 6 - Open question


Waaruit bestaat het schild van crustacea?
Dit is een meerkeuzevraag
A
Chitine met kalk
B
Collageen
C
Chelae
D
Periodpoden

Slide 7 - Quiz

Kenmerken
Decapoda
  • Vijf paar looppoten (waarvan soms één paar met scharen).
  • Gespecialiseerde lichaamsdelen.
  • Schild van chitine met CaCO3.
  • Leven op het land en in het water.

Bijv. kreeften, krabben en garnalen.

Slide 8 - Slide

Kenmerken
Isopoda
  • Poten die niet veel van elkaar verschillen (iso = hetzelfde).
  • Geen gespecialiseerde lichaamsdelen.
  • Leven op het land en in het water.

Bijv. pissebedden.

Slide 9 - Slide

Kenmerken
Copepoda
  • 'Peddel'-achtige poten                (cope = peddel).
  • Leven in het water.
  • Klein.
  • Staat aan het begin in het voedselweb.

Bijv. krill.

Slide 10 - Slide

Kenmerken
Cirripedia
  • Gekrulde poten die uit het skelet steken (cirri = gekruld).
  • Vast op substraat.
  • Schild van chitine met CaCO3.
  • Leven in het water.

Bijv. zeepokken.

Slide 11 - Slide

1
2
3
4
5
Zet de stadia in de juiste volgorde

Slide 12 - Drag question

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je:
  • uitleggen waarom er, volgens huidige fylogenetische inzichten, niet meer wordt gesproken over crustacea maar over pancrustacea. 
  • de algemene bouw van crustacea beschrijven.
  • voorbeelden benoemen van isopoda, decapoda en cirripeda.

Slide 13 - Slide