220506_ToonmomentDuidelijkeInstructietaalWoodwize

Toonmoment Vorming Duidelijke Instructietaal
1. Mogelijke inhoud
2. Verdere afspraken




Welke inhoud vind je interessant?
Kan deze inhoud aan bod komen in de mentoropleiding?

1 / 55
next
Slide 1: Slide
Hoger onderwijs

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

Items in this lesson

Toonmoment Vorming Duidelijke Instructietaal
1. Mogelijke inhoud
2. Verdere afspraken




Welke inhoud vind je interessant?
Kan deze inhoud aan bod komen in de mentoropleiding?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

Kijkopdracht: Jullie zullen zien dat niet alles even vlot verloopt. Noteer even voor jezelf wat eventueel beter kan. 
* Instructies op de plaats zelf geven

* Demonstreren wat je moet doen -> bv. op doos schrijven wat erin zit (handdoeken)

* Opschrijven wat er moet gebeuren -> lijst: daarna lln zelf laten vertellen wat hij zal/moet doen

* Gebruik veel gebaren en visuele ondersteuning

* Taal: zoveel mogelijk enkelvoudige zinnen, geen passief

* Controleren op begrip: stel gerichte vragen -> Leg het nog eens uit (niet: ‘Heb je het begrepen?’) Wat moet je gaan halen?

* Houd je uitleg kort, wissel af met vragen en instructies

Andere tips:

* Geen ‘men’ gebruiken, maar ‘ik’. Bv. ‘Ik kan zien wanneer het werk klaar is.’

* Gebaren, mimiek: bv. teken bij ‘minder’

* Herhalen: ‘Wat is een afwerkingslaag?’

* Geef de lln voldoende tijd om te antwoorden

* Blijf zoveel mogelijk NLs spreken

* Vermijd kromtaal

* Gebruik zoveel mogelijk transparante woorden

* Vermijd dialect

* Nieuwe vaktermen verklaren 

Aan de slag: LessonUp
1. Surf naar 'lessonup.app'.
2. Geef de code onderaan in.
3. Log in en typ je naam.
4. Je doet mee met de presentatie.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Duidelijke instructietaal?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Slide 5 - Video

Tot slot nog eens het filmpje waarmee ik begon, maar deze keer gebruikt de mentor een aantal technieken om de instructie duidelijk verstaanbaar te maken.

Slide 6 - Slide

Link naar documenten in Google Drive:
https://docs.google.com/document/d/14giF18ZQTHLYHADZbK5C5775QRjKgC1g/edit?usp=sharing&ouid=103035239519306540757&rtpof=true&sd=true 
1. Maak je zinnen zo kort en simpel mogelijk.

Slide 7 - Slide

Filmpje + samenvattend rollenspel
2. Gebruik simpele transparante woorden

Slide 8 - Slide

Turks onthaal + zelf lijst laten aanleggen
3. Maak je zinnen actief

Slide 9 - Slide

samenvattend rollenspel
6. Gebruik geen onnodige vaktaalwoorden

Slide 10 - Slide

cursisten woordenlijst laten aanleggen. Mentoren laten brainstormen over gebruikte vaktaalwoorden. Lijst van opleiding?
9. Geef de leerling voldoende tijd om na te denken en te antwoorden.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

11. Begin niet luider te spreken

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

12. Spreek geen dialect.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

Maria en Soumaya aan het woord
13. Gebruik geen Tarzantaal.

Slide 17 - Slide

Bijvoorbeeld: Ik geven, jij invullen. 
Nederlandstaligen beginnen dit te zeggen in de hoop dat de anderstaligen dit beter zouden begrijpen. 
Spreek langzaam, duidelijk en in grammaticaal correcte zinnen. 

Slide 18 - Video

Maria en Soumaya aan het woord
14. Leg nieuwe of moeilijke woorden uit.
1. Inzicht: belang woordenschat -> inleefoefening + quiz
2. Technieken om woordenschat uit te leggen
3. Leerlingen ondersteunen in het bijhouden/inoefenen nieuwe woordenschat

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

Nele
Hoeveel woorden kent een gemiddelde Vlaming?
A
10 000
B
30 000
C
40 000
D
80 000

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel woorden kan een OKAN-leerling na 1 jaar OKAN productief gebruiken?
A
3000
B
5000
C
7000
D
10000

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel woorden heb je nodig om sociaal zelfredzaam te zijn?
A
2000
B
5000
C
7000
D
11000

Slide 23 - Quiz

Nele
Hoeveel nieuwe woorden kan je in
1 uur verwerven?
A
5
B
10
C
15
D
20

Slide 24 - Quiz

Nele
Ervaringsoefening: woordenschat
Leg uit aan een leerling hoe je een dubbele pen en gatverbinding moet lijmen. Welk materiaal heb je nodig? Hoe doe je het? 
Let op: Je legt alles uit in het Engels


Welke woorden weet je niet? Schrijf ze op.

Slide 25 - Slide

Materiaal: lijmklem, houtlijm, houten hamer, winkelhaak, pennen
Algemene beroepstaal: lijmen, klemmen

Inoefenen vaktaal
1. Total Physical Response TPR
Neem de hamer. Leg de langgatboormachine in de kast. Neem drie vijzen. 
2. Woordkaartjes met benamingen materiaal
de lamellenfrees, de lintzaagmachine, de houtdraaibank, de schuurmachine, de vandikteschaaf, de afkortzaag, de meubelplaat, de winkelhaak
3. Uitleg  Wat is het verschil tussen een spookschaaf en blokschaaf?
4. Algemene Beroepstaal
uithollen, meten, verschil, schuin, recht, richting, schuren, ... vastschroeven, stofvrij



Slide 26 - Slide

Woordkaartjes: bij materiaal leggen

Verschil spookschaaf en blokschaaf: Met een spookschaaf werk je naar je toe, met de blokschaaf van je af.
Weź młotek 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat leerling
1. Calepino
3. DeepL 


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

15. Controleer of de leerling het begrepen heeft.
Begrijp je het? 

Slide 29 - Slide

Vraag: Leg het nog eens uit. of Wat moet je gaan halen? of Herhaal even wat je moet doen? NIET Heb je het begrepen? Gevaar op ‘ja-knikken’  
16. Verbeter op een respectvolle manier of geef feedback
Een of oneens? 

"Een leerling verbeter je best niet al te vaak. Zo creëer je spreekangst."

Slide 30 - Slide

Deelnemers zijn verdeeld in 2 kampen: ‘eens’ en ‘oneens’. De deelnemers van het ene kamp geven argumenten voor hun standpunt om zo anderen uit het andere kamp te proberen overtuigen naar hun kamp te komen. 


Slide 31 - Slide

Niet helemaal juist want feedback op vorm en inhoud is essentieel voor het leerproces.
Als je niet weet dat je fouten maakt dan kun je jezelf ook niet verbeteren. Fouten raken ingeslepen in geheugen en dan wordt het steeds moeilijker ze af te leren
Voorkom dat een cursist spreekangst ontwikkelt:
Veilige manier van feedback geven is belangrijk (parafraseren bijvoorbeeld).
Afspreken wanneer en op welke manier je fb geeft, benadruk dat fouten maken ok is
Bevestig ook goede antwoorden!
Geef FB vanuit de ik-vorm
Wel: vermijd feedback op taal wanneer er andere collega’s bij staan
Corrigeer taalfouten op een positieve manier
Indirecte feedback? 
17. Stimuleer werknemers om te spreken

Slide 32 - Slide

Sluit aan bij het creëren van een positief klimaat -> dit kan samen met de stelling rond spreekangst besproken worden (zie tip 16) 
18. Oefen gesprekken op voorhand.

Slide 33 - Slide

Werkvorm: 
* brainstorm met de groep over welke gesprekken de cursisten moeten voeren (bv. telefoongesprekken, gesprekken met externen, werkoverleg of vergaderingen), geef fiches met standaardformuleringen, zorg voor een spreekschema waar nodig (bv. Vast stramien bij telefoongesprek) 
* ervaringsoefening in het Duits -> telefoongesprek
19. Laat werknemers zoveel mogelijk aan het woord.

Slide 34 - Slide

Werkvorm: brainstorm -> Hoe kan ik de leerling zoveel mogelijk aan het woord laten?
Vraag: Wat doe je? Hoe doe je dat?
Sociale babbel tijdens middagpauze stimuleren. Bij gebrek aan inspiratie, kan je bv. met woordkaartjes werken (materiaal conversatietafels), ganzenbord met verschillende gespreksonderwerpen 
20. Organiseer taalcontact
1. Taalmeter/peter
2. Conversatie-activiteiten

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

21. Vereenvoudig en herschrijf veel gebruikte teksten

Slide 36 - Slide

Werkvorm:
Inleidend: filmpje
Op voorhand verzamelen welke geschreven teksten de leerlingen moeten lezen, samen aanduiden wat moeilijk leesbaar is en dit herschrijven
Inleidend:  

http://www.klaretaalrendeert.be/op_het_werk/onthaal 

De tandwielpomp

Slide 37 - Slide

https://huisnederlandsbrussel.sharepoint.com/:w:/r/sites/teamtaalbeleid/_layouts/15/Doc.aspx?sourcedoc=%7B36505CA1-930B-53A3-9ED5-075713530422%7D&file=Opdracht%20tandwielpomp.docx&action=default&mobileredirect=true
De tandwielpomp
Bij eenvoudige systemen met lage werkdruk (maximaal 140 tot 180 bar) wordt de tandwielpomp veelvuldig toegepast. De tandwielpomp is een eenvoudige, betrouwbare, minder vuilgevoelige en relatief goedkope hydropomp. De tandwielen worden in de aangegeven draairichting aangedreven. Aan de zuigzijde draaien de tanden uit elkaar; er onstaat een volumevergroting waardoor er olie wordt aangezogen. Aan de perszijde grijpen de tanden in elkaar waardoor de
olie de persleiding in wordt verdrongen. De olie wordt dus via de buitenomtrek van de tandwielen van zuig-naar perszijde getransporteerd. De druk aan perszijde wordt bepaald door de weerstand die de olie in het hydraulische systeem ondervindt. De belangrijkste weerstand is de belasting op de aan te drijven hydromotor of cilinder. De onderdruk aan zuigzijde mag nooit groter worden dan ca. 0,1 tot 0,2 bar daar er anders gevaar voor cavitatie bestaat.   





Slide 38 - Slide

https://huisnederlandsbrussel.sharepoint.com/:w:/r/sites/teamtaalbeleid/_layouts/15/Doc.aspx?sourcedoc=%7B36505CA1-930B-53A3-9ED5-075713530422%7D&file=Opdracht%20tandwielpomp.docx&action=default&mobileredirect=true

Deze slide op papier
Een paar vragen
  • Waarvoor kan je een tandwielpomp gebruiken?
  • Maak een tekening van een tandwielpomp en geef met pijlen aan hoe de vloeistof er doorheen stroomt.
  • Leg uit waarom een vloeistof in een tandwielpomp niet kan terugvloeien naar de toevoer.
  • Verklaar met je eigen woorden: zuigzijde, perszijde, persleiding  





Deze opdracht maak je alleen

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Ondersteuning leerling: inoefenen informeel spreken

Slide 42 - Slide

Vanuit stageplaatsen krijgen we wel vaker feedback dat laagtaalvaardige leerlingen niet zo goed in de groep liggen, omdat ze niet geïnteresseerd lijken in een conversatie. Mentoren kunnen de leerlingen helpen om sociale gesprekken in te oefenen; Vanuit ons team oefenkansen hebben we hier verschillende leuke werkvormen voor, die bv. tijdens de pauze kunnen worden ingezet. Hier zien jullie bv. enkele leuke kaartjes uit een 'babbeldoos' die aanleiding kunnen geven tot een gesprek.

Wat doe jij graag in jouw vrije tijd?
Waar woon je?
Wanneer kan jij relaxen?

Slide 43 - Slide

Link naar documenten in Google Drive:
https://docs.google.com/document/d/14giF18ZQTHLYHADZbK5C5775QRjKgC1g/edit?usp=sharing&ouid=103035239519306540757&rtpof=true&sd=true 
Bedankt!

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Video

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

5 Tips duidelijk Nederlands
5. Controleer op begrip.









Slide 49 - Slide

This item has no instructions

5 Tips duidelijk Nederlands
6. Gebruik geen kromtaal.









Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

5 Tips duidelijk Nederlands
1. Houd je uitleg kort en zo eenvoudig mogelijk.


Slide 52 - Slide

This item has no instructions

5 Tips duidelijk Nederlands
2. Gebruik transparante woorden. 



Slide 53 - Slide

This item has no instructions

5 Tips duidelijk Nederlands
4. Spreek niet te snel en gebruik Algemeen Nederlands.







Slide 54 - Slide

This item has no instructions

5 Tips duidelijk Nederlands
3. Gebruik gebaren en visuele ondersteuning.




Slide 55 - Slide

This item has no instructions