TOL op maat: FIX met Ligo- januari 2023

Aan het werk met Nederlands
Vorming taalontwikkelend lesgeven
1 / 52
next
Slide 1: Slide
Hoger onderwijs

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Aan het werk met Nederlands
Vorming taalontwikkelend lesgeven

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welk postkaartje kies je?
  1. Hoe heet je?
  2. Welke functie heb je?
  3. Welke postkaart koos je?
  4. Waarom? Geef uitleg in 1 zin.
Bewaar het kaartje voor het einde van de vorming

Slide 2 - Slide

We gaan nu kennismaken. Kies een kaartjes...

1) Conversatie-activiteit foto's 
Er liggen foto's verspreid op de tafel. Ieder kiest een foto die goed bij hem/haar past. Bij het rondje zegt iedereen wie hij/zij is, waar hij werkt en welke foto hij/zij koos (en waarom).

 
Brusselleer
De doelgroep
Geletterdheid

Taalcoaching

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Link

This item has no instructions

Huis van het Nederlands?
Huis van het Nederlands Brussel? 
  Aan de slag: LessonUp

1. Scan de QR-code of surf naar 'lessonup.app'.
2. Geef de code onderaan in.
3. Log in en typ je naam.
4. Je doet mee met de les.

Slide 5 - Slide

Beknopte voorstelling van Huis. Info:
  • We geven zelf geen lessen (foto gebruiken -> Waarvoor komen de meeste mensen naar dit gebouw?)
  • Voornamelijk Screening en oriëntering:werknemers schrijven zich in voor de lessen bij ons 
  • Ook: Oefenkansen -> conversatietafels:
  •  interessant voor cursisten in de zomer of 's avonds
  • Wij: Team Taalbeleid Opleidingen 

Het Huis van het Nederlands Brussel organiseert lessen Nederlands.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel taaltesten neemt het Huis gemiddeld af per jaar?
A
4000
B
6000
C
8000
D
12 000

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welk evenement organiseert het Huis niet?
A
Patati
B
Plonge
C
Babbelut
D
Buddy NL

Slide 8 - Quiz

Plonge dans le Néerlandais
Wat doet het Huis bij Fix?
A
Het Huis controleert of de medewerkers bij Fix genoeg NL spreken.
B
Het Huis geeft samen met Ligo taalcoaching.
C
Het Huis helpt Fix met een plan over het leren van NL op de werkvloer.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Na deze vorming weet je..



  • hoe je woorden oefent in de praktijk.
  • hoe je werknemers meer laat spreken.
  • hoe je werknemers talig kan ondersteunen. 
  • hoe je een duidelijke instructie geeft.
Wat verwacht jij van de vorming?

Slide 10 - Slide

Dit zijn de doelen die we willen bereiken met deze vorming.

Slide 11 - Slide



Leesvraag bij het boekje: Welke werkvorm wil je graag zelf eens uitproberen?


Aan het werk met NL

  1. Instructies geven met aandacht voor taal. 
  2. Het niveau NL naar beneden brengen.
  3. Een manier van werken voor instructeurs. 
  4. Een aanpak  waardoor de werknemer het vak beter leert.
  5. Een manier van werken enkel voor de taalcoach.
Wat is het niet?

Slide 12 - Slide

Niet nummer 2 en nummer 5
Aan het werk met NL

  1. Instructies geven met aandacht voor taal. 
  2. Een manier van werken voor instructeurs. 
  3. Een aanpak waardoor de werknemer het vak                                  beter leert.
Wat is het wel?

Slide 13 - Slide

Niet nummer 2 en nummer 5

Slide 14 - Slide

Vul het glas 4 cm met water. Gebruik de liniaal.
Doe er 10 druppels kleurstof bij.
Roer de kleurstof door het water.
Giet de olie op het gekleurde water in het glas tot vlak onder de rand.
Doe de vitamine C-bruistablet erbij. 
Instructies
  • Neem een slurpie en oziewozie. Vul de slurpie met 4 centimeter oziewozie. Meet na met de stabeo.
  • Ekleer 10 inimini’s blageood.
  • Kreool de blageood door de oziewozie. Gebruik een lusikas.
  • Giet de oleo op de gekleurde oziewozie tot vlak onder de rand.
  • Ekleer de moenga. 



timer
5:00

Slide 15 - Slide

Vul het glas 4 cm met water. Gebruik de liniaal.
Doe er 10 druppels kleurstof bij.
Roer de kleurstof door het water.
Giet de olie op het gekleurde water in het glas tot vlak onder de rand.
Doe de vitamine C-bruistablet erbij. 

Vraag vorminggever: Wat kan helpen om de instructie helder te krijgen? WOORDKAARTJES
Woordkaartjes
Oleo
Woordenblik

Slide 16 - Slide

Vraag: Welke woorden hebben jullie onthouden? Hoe komt het dat je het ene woord beter onthoudt dan het andere?
Antwoord:
Sommige woorden kan je uit de context afleiden (bv. ‘stabeo’ -> je weet dat het iets is om mee te meten)
Je kan een link leggen met een reeds verworven woord (bv. ‘slurpie’ -> je kent het woord ‘slurpen’, dus je kan je voorstellen dat het met drinken te maken heeft; ‘oleo’ -> op basis van de klank leg je de link met ‘olie’)
Hoe slaan we woorden op?
       * Woordvorm: woorden ophalen o.b.v. begin-, midden- en eindklank (rijm, ritmiek)
* Betekenis: schoolse kennis = hiërarchisch opgebouwd (vanaf 7 jaar -> kind leert hiërarchisch structureren)
Hoe woorden terugvinden in het mentale lexicon?
Productief taalgebruik: betekenissen onder woorden brengen, automatisering + vaste combinaties zijn geprefabriceerd
Receptief taalgebruik: woorden identificeren en interpreteren, we koppelen de vorm aan elementen in het lexicon
Ook: oefening baart kunst, woorden die we frequent gebruiken, kunnen we sneller ophalen
Hoe woorden in het mentale lexicon vasthouden en weer terugvinden?
Herhaling: woorden gaan beklijven en zullen de ‘ophaalbaarheid’ vergroten
Woorden in verschillende contexten behandelen -> zo: verbinding maken met andere woorden in het lexicon
Betekenisrelaties met neven-, boven- en onderschikking leggen (hyponiemen, hyperoniemen, synoniemen)
Hoe bouwen anderstaligen hun woordenschat op?
Woord moedertaal = woord in de andere taal, alleen de vorm verschilt
MAAR: vaak zijn woorden niet volledig te vertalen (ruimer of minder breed concept)
Aanhaking bij het netwerk van de eerste taal is niet altijd mogelijk
Woordenschatuitbreiding = inbedding in een bepaalde structuur, GEEN opeenstapeling van woorden 
De lavalamp
Con

Slide 17 - Slide

Eva

Wat leer je hieruit? 
- taalsteun is belangrijk: taalfiches, woordkaartjes, herhaling, ...
- context is essentieel
- belang van woordenschat (95 procent moet je kennen)  --> herhalen is essentieel voor het onthouden van woorden. Hoe vaak moet je een woord horen om t te onthouden? 7x. 



Instructies
  • Neem een slurpie en oziewozie. Vul de slurpie met 4 centimeter oziewozie. Meet na met de stabeo.
  • Ekleer 10 inimini’s blageood.
  • Kreool de blageood door de oziewozie. Gebruik een lusikas.
  • Giet de oleo op de gekleurde oziewozie tot vlak onder de rand.
  • Ekleer de moenga. 



Slide 18 - Slide

Nu doen we het samen en we stellen vragen:
Vul het glas 4 cm met water. Gebruik de liniaal.
Doe er 10 druppels kleurstof bij.
Roer de kleurstof door het water.
Giet de olie op het gekleurde water in het glas tot vlak onder de rand.
Doe de vitamine C-bruistablet erbij. 

Vraag vorminggever: Wat kan helpen om de instructie helder te krijgen? WOORDKAARTJES
Welke woorden hebben jullie onthouden? Waarom?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hoe onthouden we woorden?
  • Woorden gebruiken
  • In een context: meet met de stabeo
  • Linken met andere woorden: slurpie- slurpen, oleo-olie
  • Herhalen herhalen herhalen
Hoe vaak moet je een woord horen/ gebruiken om het te onthouden?

Slide 20 - Slide

Als je een woord vaak herhaalt kun je het gemakkelijker 'ophalen' uit hersenen.

Linken leggen
Wat kan helpen de om de instructie duidelijker te maken? 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Instructiefiches
Fiches van Ligo

Slide 22 - Slide

This item has no instructions



het glas = de slurpie
de liniaal = de stabeo
het bruistablet = de moenga
de lusikas = de lepel
de olie = de oleo
water = oziewozie
de kleurstof = de blageood




ekleren = toevoegen
kreolen = mengen

Woordenlijst

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Hoe hebben we tijdens de oefening voor interactie gezorgd?

  • Samenwerken
  • Vragen stellen
  • Samen met woordkaartjes oefenen
  • ...... 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Hoe hadden we jullie beter kunnen helpen tijdens de oefening?

  • Eindresultaat tonen
  • Doelstelling formuleren
  • Feedback geven
Hoe geven jullie feedback?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Conclusies?

Slide 27 - Slide

Hebben jullie vragen

Slide 28 - Slide

Eerst bekijken en dan samen bespreken
   Weetjes
  • Hoeveel woorden heb je nodig om sociaal zelfredzaam te zijn?
  • Hoeveel woorden moet je kennen om een vakspecifieke opleiding te kunnen volgen?

Slide 29 - Slide

Hoeveel woorden heb je nodig om sociaal zelfredzaam te zijn?  7000

Hoeveel woorden moet je kennen om een vakspecifieke opleiding te kunnen volgen?
15000
Woorden woorden woorden 

  • Waarom is werken aan woordenschat zo belangrijk?    
  • Wat doe je nu al als instructeur?                                           
  • Een oefening:              
  • 3 fiches met een werkvorm
  • Doel van de oefening?
  • Eerst samen voorbereiden
  • Daarna oefening doen in groep


Werken aan vaktaal

Slide 30 - Slide

Zelf ervaren hoe je gemakkelijk aan woordenschat werkt.
Oefening
                Groep 1: Fiche 1

                  Groep 2: Fiche 2
 
                  Groep 3: Fiche 3





timer
5:00
  • 5 minuten voorbereiden
  • Daarna doet elk groepje de oefening met de hele groep






Slide 31 - Slide

This item has no instructions

PAUZE
timer
10:00

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Herhalen herhalen herhalen
  • Woordenblik
  • Praatprent

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Herhalen herhalen herhalen

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Filmpje

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

Observatieleidraad
  1. Het taalgebruik van de instructeur
  2. De manier waarop de instructeur iets uitlegt
  3. De houding van de instructeur en werkomgeving 
Filmpje

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Video

This item has no instructions

Nabespreking observatie
  1. Het taalgebruik van de instructeur
  2. De manier waarop de instructeur iets uitlegt
  3. De houding van de instructeur en werkomgeving 

Extra vragen:
  • Wat doe jij om instructies duidelijk te maken?
  • Wat zou jij anders doen dan de instructeur?

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Extra ideeën  
  • Standaardzinnen
  • Fiches voor instructeur
  • ..... 

Slide 40 - Slide

'kijk eens naar de rest van de tekst, waar kan het over gaan?', 'gebruik een vertaalapp', 'vraag het ook eens aan een andere leerling' 


  • Traag spreken​
  • Oogcontact maken​
  • Vriendelijk en geduldig zijn​
  • Visuele ondersteuning​
  • Vragen stellen​


  • Tijd geven​
  • Stap voor stap​
  • Vertellen wat je doet​
  • Bewust omgaan met figuurlijke taal​
  • Eenvoudige en internationale woorden gebruiken




 Tips duidelijk Nederlands

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: aan het werk met NL
  1. Hoe ga je de weekplanning aanpakken?
  2. Formuleer samen 3 tips voor een nieuwe collega
 
  • Context: je eigen praktijk
  • Interactie: je werkt in groep
  • Taalsteun: boekje, hulpfiche, de taalcoach :) 
timer
30:00
  • Werken aan woordenschat
  • Duidelijke instructies geven

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Welke 3 tips geven jullie?
  1. .....
  2. .....
  3. ..... 

Slide 44 - Slide

'kijk eens naar de rest van de tekst, waar kan het over gaan?', 'gebruik een vertaalapp', 'vraag het ook eens aan een andere leerling' 
Reminder voor jezelf

Slide 45 - Slide

Extra vraag (niet voor het kaartje): waarover wil je meer weten?
Bedankt

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Tips

  • Voor de les: selecteer.
  • Herhalen herhalen herhalen.
  • Belangrijkste woorden zelf consequent gebruiken.
  • Denktijd: cursisten denken eerst zelf na.  
  • App om woorden bij te houden: Calepino
Ik ben wakker! U toch ook?

Slide 47 - Slide

'kijk eens naar de rest van de tekst, waar kan het over gaan?', 'gebruik een vertaalapp', 'vraag het ook eens aan een andere leerling' 
Taalsteun & instructies

Slide 48 - Slide

Jessica
Hoe stimuleer je leerlingen om nieuwe woorden te leren?

Slide 49 - Mind map

This item has no instructions

                   Taaldoos

Slide 50 - Slide

Jessica
  • Een good practice waar we trots op zijn: een hulpmiddel voor docenten om woordenschat in te oefenen, te oefenen op zinsstructuur of inspiratie om een tekst aan te brengen.
  • netwerkopbouw in je hoofd = kapstokken / werken met thema's 
==> sneller woorden onthouden

Slide 51 - Video

Jessica
De taaldoos

Slide 52 - Slide

This item has no instructions