This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
NaSk
Slide 1 - Slide
Terugblik
H8.3 Geluid onderweg
Vragen
Lesafsluiting
Slide 2 - Slide
Bij een aardbeving in Japan trilde een bepaald gebouw met een frequentie van 0,40 Hz.
Hoe lang is de trillingstijd?
A
0,40 s
B
2,5 s
Slide 3 - Quiz
Bij een aardbeving in Japan trilde een bepaald gebouw met een frequentie van 0,40 Hz. De trillingstijd is dus 2,5 s.
Hoe lang duurde het voor het gebouw van uiterst links naar uiterst rechts bewoog ?
A
2,5 s
B
5 s
C
1,25 s
Slide 4 - Quiz
Een stemvork maakt een toon met een trillingstijd van 2,272 ms. Bereken de frequentie
A
440 Hz
B
0,00044 Hz
C
2,272 Hz
Slide 5 - Quiz
Een andere stemvork heeft een frequentie van 880 Hz. Deze stemvork geeft een :
A
Lagere toon
B
Hogere toon
Slide 6 - Quiz
Terugblik
Slide 7 - Slide
Terugblik
Slide 8 - Slide
Hiernaast een oscilloscoopbeeld van een bepaalde toon (‘Toon 1’)
Eén horizontale streepjes-afstand betekent 2,0 ms. Bepaal de frequentie.
A
0,167 Hz
B
2 Hz
C
0,002 Hz
D
167 Hz
Slide 9 - Quiz
Hiernaast een oscilloscoopbeeld van een bepaalde toon (‘Toon 1’)
Hoe ziet een toon met dezelfde frequentie, maar een zachter geluid er uit?
A
B
C
Slide 10 - Quiz
Hiernaast een oscilloscoopbeeld van een bepaalde toon (‘Toon 1’)
Hoe ziet een toon die hoger, maar even hard klinkt er uit?
A
B
C
Slide 11 - Quiz
Terugblik
Slide 12 - Slide
Een luidspreker bevat een spoeltje. Dat spoeltje gaat bewegen als er een stroom door loopt. Waarom gaat het spoeltje bewegen ?
A
Het spoeltje wordt magnetisch.
B
Het spoeltje oefent een elektrische kracht uit.
C
Het spoeltje wordt afwisselend warm en koud
Slide 13 - Quiz
Terugblik
Slide 14 - Slide
Hiernaast zie je het magnetische veld van een paar stroomspoelen.
Waar is het veld het sterkst?
A
Overal even sterk.
B
Bij A.
C
Bij B.
Slide 15 - Quiz
De richting van de kracht van het getekend veld op de magneet is :
A
Naar links
B
Naar rechts
C
Er is geen kracht
Slide 16 - Quiz
Terugblik
Slide 17 - Slide
Leerdoelen:
Je kent de begrippen geluidsnelheid, echo, echopeiling en echoscopie
Je kunt uitleggen wat geluid doet na contact met een voorwerp
Je kunt de geluidsnelheid uitrekenen
Je kunt uitleggen hoe geluid doorgegeven wordt.
H8.3 Geluid onderweg
Slide 18 - Slide
Geluid wordt doorgegeven door de lucht, maar ook door water.
Geluid heeft een tussenstof nodig.
Hoe snel het geluid door de stof gaat heet de geluidsnelheid of voorplantingssnelheid.
H8.3 Geluid onderweg
Slide 19 - Slide
Zodra geluid in tegen een voorwerp aan komt kunnen er 3 dingen gebeuren:
H8.3 Geluid onderweg
Slide 20 - Slide
Hoe kunnen we de geluidsnelheid bepalen?
H8.3 Geluid onderweg
Slide 21 - Slide
Het berekenen van de geluidsnelheid
H8.3 Geluid onderweg
Slide 22 - Slide
Wat is een echo en hoe wordt dit gebruikt?
Echopeiling
Echoscopie
H8.3 Geluid onderweg
Slide 23 - Slide
Bij een echopeiling meet je de diepte van het water.
Hierbij wordt gebruik gemaakt van de voortplantingssnelheid in water (zie binas tabel 27).
Let op! De afstand van de echo is naar de
bodem en weer terug. Die is dus 2x zo groot
als de diepte.
H8.3 Geluid onderweg
Slide 24 - Slide
Echoscopie wordt veel door artsen gebruik, bijvoorbeeld bij de zwangerschap. Het ultrasone geluid wordt teruggekaatst door het lichaam van de baby en dit wordt op een beeld geplaatst.
H8.3 Geluid onderweg
Slide 25 - Slide
Wat kan er gebeuren met geluid als het tegen een voorwerp komt
A
Absorberen
B
Terugkaatsen
C
Doorlaten
D
Alle andere opties
Slide 26 - Quiz
Opgaven
timer
3:00
Slide 27 - Slide
Opgaven
timer
2:00
Slide 28 - Slide
Opgaven
timer
2:00
Slide 29 - Slide
Leerdoelen H8.3:
Je kent de begrippen geluidsnelheid, echo, echopeiling en echoscopie
Je kunt uitleggen wat geluid doet na contact met een voorwerp
Je kunt de geluidsnelheid uitrekenen
Je kunt uitleggen hoe geluid doorgegeven wordt.
Vragen?
Huiswerk: Maak de opgaven uit het opgavenboek 355 – 362 & leer H4 voor de deeltoets