Quiz hoofdstuk 4

Methodiek les 6
Quiz, oefenen  met de theorie
Je hebt kennis van de termen Waarnemen/observeren/interpreteren/observatiemethodes en technieken, observatieplan/vast leggen van informatie/valkuilen bij observeren.



1 / 13
next
Slide 1: Slide
MethodiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Methodiek les 6
Quiz, oefenen  met de theorie
Je hebt kennis van de termen Waarnemen/observeren/interpreteren/observatiemethodes en technieken, observatieplan/vast leggen van informatie/valkuilen bij observeren.



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat voor een waarneming is het?
Bertha houdt haar telefoon vast.
De klas is erg rumoerig.
Bertus heeft een mooi t-shirt aan.
Objectief
Subjectief
Subjectief
Objectief

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Bij waarnemen gaan er prikkels via je zintuigen naar je hersenen
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Interpreteren is betekenis geven aan je verzamelde informatie
A
niet waar
B
waar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Gedeelde observatie is een observatie methode
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Waarom gebruik je een observatieplan?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Observeren betekent informatie verzamelen
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

(Methodische techniek)
Bewust, doelgericht, systematisch (volgens een vooraf opgesteld plan) waarnemen van gedrag.

Iedereen heeft weleens last van een observatievalkuil?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Observatieverslag; zet in juiste volgorde 
1
2
3
4
5
6
aanbevelingen/advies
de observatie zelf; de feiten
conclusie 
aanleiding en doel van de observatie 
persoonlijke gegevens geobserveerde
achtergrond
informatie van de geobserveerde  

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Wanneer je een kind observeert en je zelf niet deelneemt aan het spel en observeert vanaf je stoel, noemen we dat participerend observeren.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

PDCA-cyclus wat betekent de term? 
Plan 
Do 
Check 
Act
Evalueren
Doel opstellen
Nieuw doel opstellen
Acties inzetten

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Objectief
Subjectief
de client heeft 3x diep gezucht tijdens het gesprek
Het lijkt erop dat de client zich ongemakkelijk voelt in groepssituaties
De client toont veel enthousiasme tijdens de creatieve activiteit
Tijdens de lunch zat de client stil en at zijn broodje

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Einde les
Vragen????

Je hebt kennis van de termen Waarnemen/observeren/interpreteren/observatiemethodes en technieken, observatieplan/vast leggen van informatie/valkuilen bij observeren.
Verder met de eindopdracht!!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions