VDIZ les 3. Wetten rondom sterven en dood

1 / 30
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan rondom sterven en dood?

Slide 3 - Mind map

Waar denk je aan bij euthanasie?

Slide 4 - Mind map

Heb je zelf weleens te maken gehad met euthanasie of een zorgvrager die met jou over euthanasie sprak?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Artsen moeten zich aan de volgende zorgvuldigheidseisen houden:

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

Wat is jouw rol als verzorgende bij euthanasie?

Slide 10 - Mind map

Een huisarts moet altijd gehoor geven aan het uitvoeren van euthanasie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Euthanasie is een recht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Met euthanasie en hulp bij zelfdoding bedoelen we hetzelfde.

Slide 13 - Open question

Wie kan om euthanasie vragen?

Slide 14 - Open question

Wat wordt met de term palliatieve sedatie bedoeld?

Slide 15 - Open question

Palliatieve sedatie heeft net als bij euthanasie het doel: de dood tot gevolg

Slide 16 - Open question

Palliatieve sedatie wordt toegepast wanneer het overlijden van de zorgvrager binnen ... wordt verwacht.

Slide 17 - Open question

Wat is de rol van de verzorgende bij palliatieve sedatie?

Slide 18 - Mind map

Versterven

Slide 19 - Mind map

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Deze wet is van toepassing op een menselijke vrucht die na een zwangerschapsduur van ten minste .. weken ter wereld is gekomen
A
16
B
20
C
22
D
24

Slide 22 - Quiz

Een uitvaart mag niet eerder dan .. uur na overlijden plaatsvinden
A
12
B
24
C
36
D
48

Slide 23 - Quiz

Een uitvaart mag niet later dan .. werkdagen na de dag van overlijden plaatsvinden.
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 24 - Quiz

Kan iemand op eigen grond worden begraven?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Bij wie ligt de verantwoordelijkheid voor de uitvaart als er geen nabestaanden zijn?
A
Uitvaartondernemer in de woonplaats
B
De gemeente
C
De uitvaartverzekering
D
De staat

Slide 26 - Quiz

Iemand kan zijn lichaam na overlijden ter beschikking stellen van de wetenschap. Het lichaam dient dan .. uur na overlijden in het laboratorium aanwezig te zijn
A
12
B
24
C
36
D
48

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Video

Ben jij al donor?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide