LESPLAN --> Zinnen maken

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom!

Dinsdag

16 januari

2024

Wat is het doel van de les

Zinnen maken

Hoe doe je dat? 

Zinnen maken op 2 manieren

1. Normale zin
2. Zin met inversie

Waarom is deze les belangrijk voor jouw beroep?

Wat heb je nodig voor deze les?

• Een telefoon of laptop
• Een potlood, gum of een pen
• Een schrift 
• Motivatie

Programma

• Terugblik vorig les --> wat is een standaard zin?
• Nieuwe leerstof --> een zin met inversie 
• Klassikaal oefenen met Lesson up
• Opdracht in duo's --> woordvolgorde in een zin
• Individuele opdracht --> schrijf een e-mail
• Evaluatie 
• Afsluiting

Terugblik 

EEN NORMALE ZIN BEGINT MET?

Systeem 1: 

1. noem een zin met 1 werkwoord
2. noem een zin met 2 werkwoorden

Wat ga je vandaag leren? 

een zin maken met inversie 

Wat is een zin
met inversie?

Inversie

EEN ZIN MET INVERSIE BEGINT MET?

Systeem 2: 

• Vandaag ga ik naar mijn oma (1 ww)
• Vandaag wil ik boodschappen doen (2 ww)
• In Amsterdam wonen veel mensen (1 ww)
• In Amsterdam willen veel mensen wonen (2 ww)

Hoe maak ik een normale zin

Maak een normale zin

We gaan weer oefenen! Pak je mobiele telefoon

Maak een normale zin:
meteen - doet - in een zak - De dief - het geld

Maak een normale zin:
bij de buurvrouw - drink - Ik - elke zaterdag - een kopje koffie

Let op het vervoegen van het werkwoord!

Hoofdzin met inversie

Hoofdzin met inversie

Modale werkwoorden

Om zinnen met 2 werkwoorden te maken, gebruik je:

• kunnen
• willen
• zullen
• mogen
• moeten
• gaan
• hebben

Maak een zin met inversie

televisie

Na het eten

altijd

kijken

wij 

ik

wil

een grote reis

maken

Volgend jaar

wordwall.net

Maak een zin met inversie:
beginnen - hij - met de cursus - wil - Volgende week

Maak een zin met inversie:
doen- mijn moeder - boodschappen - zal- Morgen

Maak een zin met inversie:
de vrouw - in de koelkast - Vanochtend - het vlees - legt

wordwall.net

Opdracht in duo's --> A2 student:

- Maak 1 standaard zin:

• met 1 ww

- Maak 1 zin met inversie:

• met 1 ww

Opdracht in duo's --> B1 student:

- Maak 2 standaard zinnen:

• met 2 ww

- Maak 2 zinnen met inversie:

• met 2 ww

Let op de spelling en tijdsvorm

Schrijf een e-mail

Instructie

Wat? Schrijf een e-mail

Tijd? A2 student: 20 minuten / B1 student 10 minuten

Hoe? Schrijfopdracht ligt op jullie tafels. Individueel.

Hulp nodig? Kijk in je aantekeningen, vraag docent

Resultaat? In duo’s nakijken/feedback aan elkaar geven

Klaar? Controleer je tekst

Een e-mail schrijven A2 (max 10 min): 

Je bent net verhuisd. Je wil graag jouw vrienden uitnodigen voor een etentje bij jou thuis. Schrijf een e-mail aan jouw vrienden.

Opdracht: 

1. nodig jouw vrienden uit

2. schrijf de datum en tijd

Een e-mail schrijven B1 (max 5 min):

Je bent net verhuisd. Je wil graag jouw vrienden uitnodigen voor een etentje bij jou thuis. Schrijf een e-mail aan jouw vrienden. 

Opdracht:

1. nodig jouw vrienden uit

2. vertel waarom je een etentje geeft

3. schrijf de datum en tijd

4. geef ook jouw nieuwe adres

WIE?

Vertel aan de klas wat we gaan doen.

Aan de slag!

Schrijfopdracht ligt op jullie tafels

Evaluatie

Wat heb je vandaag geleerd?

1. wat ging goed?
2. wat ging minder goed?
3. wat kan beter?

Tips en Tops
Heb je nog een vraag?

Hoe vond je de les?

😒🙁😐🙂😃

Schrijf een e-mail aan je man en vraag hem om de kinderen van school op te halen

De les is klaar!

Jullie hebben hard gewerkt.

Tot volgende week!