LESPLAN --> Zinnen maken



Welkom!


Donderdag
29 februari
2024
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson



Welkom!


Donderdag
29 februari
2024

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Het doel van de les:
Ik maak goede Nederlandse zinnen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe doe je dat? 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Zinnen maken op twee manieren

  1. Normale zin
  2. Zin met inversie

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waarom is deze les belangrijk voor jouw beroep?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Wat heb je nodig voor deze les?
  • Een telefoon of laptop
  • Een potlood, gum of een pen
  • Een schrift 
  • Motivatie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Terugblik vorig les --> wat is een standaardzin?
  • Nieuwe leerstof --> een zin met inversie 
  • Klassikaal oefenen met LessonUp
  • Opdracht in duo's --> woordvolgorde in een zin
  • Individuele opdracht --> schrijf een e-mail
  • Evaluatie 
  • Afsluiting

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Terugblik 
EEN NORMALE ZIN BEGINT MET...?

Systeem 1
  1. Noem een zin met 1 werkwoord.
  2. Noem een zin met 2 werkwoorden.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat ga je vandaag leren? 
een zin maken met inversie 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is een zin
met inversie?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Inversie
EEN ZIN MET INVERSIE BEGINT MET?

Systeem 2

  • Vandaag ga ik naar mijn oma. (1 ww)
  • Vandaag wil ik boodschappen doen. (2 ww)
  • In Amsterdam wonen veel mensen. (1 ww)
  • In Amsterdam willen veel mensen wonen. (2 ww)


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Hoe maak ik een normale zin
Vorige les vulde je een tabel in met hoofdzinnen.

De persoonsvorm stond steeds op de tweede plaats.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Maak een normale zin.
We gaan weer oefenen! Pak je mobiele telefoon.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Maak een normale zin:
meteen - doet - in een zak - De dief - het geld

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Maak een normale zin:
in de kantine - drink - Ik - elke schooldag - een kopje koffie

Slide 16 - Open question

Let op het vervoegen van het werkwoord!
Hoofdzin met inversie

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hoofdzin met inversie

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Modale werkwoorden
Om zinnen met twee werkwoorden te maken, gebruik je:
  • kunnen
  • willen
  • zullen
  • mogen
  • moeten
  • gaan
  • hebben

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Maak een zin met inversie

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

televisie
Na het eten
altijd
kijken
wij 

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

ik
wil
een grote reis
maken
Volgend jaar

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Slide 23 - Link

This item has no instructions

Maak een zin met inversie:
beginnen - hij - met de cursus - wil - Volgende week

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met inversie:
doen- mijn moeder - boodschappen - zal- Morgen

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met inversie:
de vrouw - in de koelkast - Vanochtend - het vlees - legt

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Slide 27 - Link

This item has no instructions

Opdracht in duo's --> 1F student:

- Maak 1 normale zin:
  • met 1 ww

- Maak 1 zin met inversie:
  • met 1 ww


Opdracht in duo's --> 2F student:

- Maak 2 normale zinnen:
  • met 2 ww

- Maak 2 zinnen met inversie:
  • met 2 ww


Let op de spelling en tijdsvorm.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Schrijf een e-mail

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Instructie
Wat? Schrijf een e-mail.
Tijd? 1F student: 20 minuten / 2F student 10 minuten.
Hoe? Schrijfopdracht ligt op jullie tafels. Individueel.
Hulp nodig? Kijk in je aantekeningen, vraag docent.
Resultaat? In duo’s nakijken/feedback aan elkaar geven.
Klaar? Controleer je tekst.


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Een e-mail schrijven 1F (max 10 min): 
Je bent net verhuisd. Je wil graag jouw vrienden uitnodigen voor een etentje bij jou thuis. Schrijf een e-mail aan jouw vrienden.

Opdracht: 
1. nodig jouw vrienden uit
2. schrijf de datum en tijd

Een e-mail schrijven 2F (max 5 min):
Je bent net verhuisd. Je wil graag jouw vrienden uitnodigen voor een etentje bij jou thuis. Schrijf een e-mail aan jouw vrienden. 

Opdracht:
1. nodig jouw vrienden uit
2. vertel waarom je een etentje geeft
3. schrijf de datum en tijd
4. geef ook jouw nieuwe adres

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

WIE?

Vertel aan de klas wat we gaan doen.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!


Schrijfopdracht ligt op jullie tafels

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Wat heb je vandaag geleerd?
  1. Wat ging goed?
  2. Wat ging minder goed?
  3. Wat kan beter?



Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Tips en tops
Heb je nog een vraag?

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

This item has no instructions

Schrijf een e-mail aan je zus of broer en vraag haar of hem om jou van school op te halen

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

De les is klaar!
Jullie hebben hard gewerkt.

Tot volgende week!

Slide 38 - Slide

This item has no instructions