inversie ISK 6



Welkom!


maandag
11 maart
2024
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson



Welkom!


maandag
11 maart
2024

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is het doel van de les
Zinnen maken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe doe je dat? 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Zinnen maken op 2 manieren

  1. Normale zin
  2. Zin met inversie

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waarom is deze les belangrijk voor jou?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Terugblik 
EEN NORMALE ZIN BEGINT MET?

Systeem 1
  1. noem een zin met 1 werkwoord
  2. noem een zin met 2 werkwoorden

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Maak een zin met 2 werkwoorden.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Wat ga je vandaag leren? 
een zin maken met inversie 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Welke zin heeft inversie?
A
Natnael was vrijdag niet op school.
B
Op school Natnael was niet.
C
Vrijdag was Natnael niet op school.
D
Natnael was niet op school vrijdag.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een zin
met inversie?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Inversie
EEN ZIN MET INVERSIE BEGINT MET?

Systeem 2

  • Vandaag ga ik naar mijn oma (1 ww)
  • Vandaag wil ik boodschappen doen (2 ww)
  • In Amsterdam wonen veel mensen (1 ww)
  • In Amsterdam willen veel mensen wonen (2 ww)


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Hoe maak ik een normale zin

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Maak een normale zin
We gaan weer oefenen! Pak je mobiele telefoon

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Maak een normale zin:
meteen - doet - in een zak - De dief - het geld

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Maak een normale zin:
bij de buurvrouw - drink - Ik - elke zaterdag - een kopje koffie

Slide 16 - Open question

Let op het vervoegen van het werkwoord!
Hoofdzin met inversie

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hoofdzin met inversie

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Modale werkwoorden
Om zinnen met 2 werkwoorden te maken, gebruik je:
  • kunnen
  • willen
  • zullen
  • mogen
  • moeten
  • gaan
  • hebben

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Maak een zin met inversie

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

televisie
Na het eten
altijd
kijken
wij 

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

ik
wil
een grote reis
maken
Volgend jaar

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Slide 23 - Link

This item has no instructions

Maak een zin met inversie:
beginnen - hij - met de cursus - wil - Volgende week

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met inversie:
doen- mijn moeder - boodschappen - zal- Morgen

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met inversie:
de vrouw - in de koelkast - Vanochtend - het vlees - legt

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Slide 27 - Link

This item has no instructions

Tips en Tops
Heb je nog een vraag?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

This item has no instructions

Ga verder in je boek
Maak elke dag tenminste 30 minuten huiswerk
Succes!

Slide 30 - Slide

This item has no instructions