LES 38 HOE SCHRIJF JE DE PERSOONSVORM IN DE VERLEDEN TIJD

LEZEN - 15 min

Lees in je boek het vak 'belangrijk'. 

Daarna lezen we samen beide teksten op blz 6 en 7
Pak vast je werkboek, schrift en leesboek
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

LEZEN - 15 min

Lees in je boek het vak 'belangrijk'. 

Daarna lezen we samen beide teksten op blz 6 en 7
Pak vast je werkboek, schrift en leesboek

Slide 1 - Slide

LES 7 HOE BEANTWOORD JE VRAGEN?

Slide 2 - Slide

Na deze les weet je....
  • Na deze les weet je hoe je regelmatige werkwoorden (zoals maakte) zijn

  • en onregelmatige werkwoorden (zoals liep en had) in de verleden tijd goed schrijft.

Slide 3 - Slide

VOORKENNIS
Wat weet je nog van de persoonsvorm?

Slide 4 - Slide

PERSOONSVORM VERLEDEN TIJD

Lisa schilderde een mooie zonsondergang.

De leerlingen oefenden het hele uur voor de toets.

Hij had zijn huiswerk al gemaakt.

Slide 5 - Slide

PERSOONSVORM VERLEDEN TIJD - WELKE STAPPEN?
PERSOONSVORM- Verander de zin van tijd of maak de zin vragend


GEZEGDE - Wat zijn alle werkwoorden in de zin?


ONDERWERP - Wie of wat + alle werkwoorden?

Slide 6 - Slide



Zwak: maken → maakte  of wacht → wachtte

Sterk: lopen → liep of fluit → floot

onregelmatig: hebben → had of zullen → zouden
Vandaag leer je hoe je werkwoorden in de verleden tijd schrijft. Je leert het verschil tussen zwakke, sterke en onregelmatige werkwoorden.

Slide 7 - Slide

Klassikaal

Slide 8 - Slide

ZWAKKE WERKWOORDEN

Slide 9 - Slide

STERKE EN ONREGELMATIGE WERKWOORDEN

Slide 10 - Slide

Klassikaal - LES 38 - oef 1 en 2 - blz 80
1. Noteer alle werkwoorden uit elke zin
2. Schrijf of dit een onregelmatig, zwak of sterk werkwoord is 
3. Wat is het hele werkwoord? 

Slide 11 - Slide

ZELFSTANDIG MAKEN
Huiswerk: 
les 38, blz 80-81, oef 3 t/m 10

Slide 12 - Slide