LES 53 HOE GEBRUIK JE VERWIJSWOORDEN?

LEZEN - 15 min

Lees in je boek het vak 'belangrijk'. 

Daarna lezen we samen beide teksten op blz 6 en 7
Pak vast je werkboek, schrift en leesboek
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

LEZEN - 15 min

Lees in je boek het vak 'belangrijk'. 

Daarna lezen we samen beide teksten op blz 6 en 7
Pak vast je werkboek, schrift en leesboek

Slide 1 - Slide

De vorige les... 


Lisa schilderde een mooie zonsondergang.

De leerlingen oefenden het hele uur voor de toets.

Hij had zijn huiswerk al gemaakt.

Persoonsvorm verleden tijd

Slide 2 - Slide

PERSOONSVORM VERLEDEN TIJD - WELKE STAPPEN?
PERSOONSVORM- Verander de zin van tijd of maak de zin vragend


GEZEGDE - Wat zijn alle werkwoorden in de zin?


ONDERWERP - Wie of wat + alle werkwoorden?

Slide 3 - Slide



Zwak: maken → maakte  of wacht → wachtte

Sterk: lopen → liep of fluit → floot

onregelmatig: hebben → had of zullen → zouden
Je weet het verschil tussen zwakke, sterke en onregelmatige werkwoorden.

Slide 4 - Slide

LES 7 HOE BEANTWOORD JE VRAGEN?

Slide 5 - Slide

Na deze les weet je....
  • Weet je wanneer ik deze, die, dit, dat zo'n en zulke moet gebruiken.
  • Je herkent welk woord een verwijswoord verwijst.
  • Je kan het juiste verwijswoord in een zin invullen en zelf een zin maken met een verwijswoord.

Slide 6 - Slide

VOORKENNIS
.......... boeken lees ik graag

Slide 7 - Slide

VOORKENNIS
'boeken' = meervoud >> gebruik je 'zulke'
Zulke boeken lees ik graag

Slide 8 - Slide

Belangrijk

Slide 9 - Slide

Belangrijk

Slide 10 - Slide

Klassikaal - LES 53 - oef 1 - blz 110

Slide 11 - Slide

ZELFSTANDIG MAKEN
Huiswerk: 
les 53, blz 110-111, oef 3 t/m 9

Slide 12 - Slide