Woorden die op de t-k-f-s-c-h-p-x eindigen, krijgen in de verleden tijd +de of +den
A
waar
B
niet waar
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Woorden die op de t-k-f-s-c-h-p-x eindigen, krijgen in de verleden tijd +de of +den
A
waar
B
niet waar
Slide 1 - Quiz
Geef een voorbeeld van een sterk werkwoord
Slide 2 - Open question
Bij onregelmatige werkwoorden verandert meer dan alleen de klank.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Noem 2 voorbeelden van onregelmatige werkwoorden.
Slide 4 - Open question
KERN les 38
Hoe schrijf je de persoonsvorm in de verleden tijd?
Slide 5 - Slide
Je leert de persoonsvorm van zwakke, sterke en onregelmatige werkwoorden in de verleden tijd te schrijven
Slide 6 - Slide
Vul de persoonsvorm in de verleden tijd in. 1. Hij (leven) ..... 2. Ik (brengen) ..... 3. Wij (testen) ..... 4. Ik (mogen) .....
Slide 7 - Open question
Vul de persoonsvorm verleden tijd in. 1. Ik (mogen) …... van mijn oma een koekje uit de koektrommel pakken. 2. De deelnemer uit Expeditie Robinson (verraden) …... zijn vriend. 3. Wij (zoeken) …... de hele dag naar de vermiste kat van de buren.
Slide 8 - Open question
Ik weet hoe je de persoonsvorm van zwakke, sterke en onregelmatige werkwoorden schrijft in de verleden tijd
😒🙁😐🙂😃
Slide 9 - Poll
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
Woorden les 38
het zonnepaneel: paneel dat stralingsenergie van de zon omzet in elektriciteit
de illusie: gedachte of wens die onbereikbaar is
het chroom: metaalsoort met zilverachtig uiterlijk
getalenteerd: ergens bijzonder goed in zijn, talent hebben
middeleeuwen: uit de middeleeuwen
de wethouder: lid van het dagelijks bestuur van de gemeente