T H5.3 les 3

Economie Hoofdstuk 5
Werk voor de overheid

1 / 44
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

Items in this lesson

Economie Hoofdstuk 5
Werk voor de overheid

Slide 1 - Slide

Vandaag

Hoofdstuk 5.3

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Aan het einde van deze les:
- Kun je het verschil aangeven tussen subsidies en heffingen.
- Kun je aan de hand van een rijksbegroting aangeven of er sprake is van een begrotingstekort.

Slide 4 - Slide

5.3
Begrippen:
  • Rijksbegroting
  • Miljoenennota
  • Begrotingstekort - staatsschuld
  • Subsidies - heffingen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Prinsjesdag
3e dinsdag van september

De rijksbegroting = een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk

de miljoenennota = de toelichting op de rijksbegroting

Slide 7 - Slide

Na het filmpje komt de volgende vraag:

Wat staat er in de miljoenennota?

Let dus goed op!

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video


Wat staat in de miljoenennota?

Slide 10 - Open question

Rijksbegroting
De verwachte inkomsten en uitgaven van de overheid voor het komende jaar

Slide 11 - Slide

Miljoenennota
Samenvatting van of toelichting op de rijksbegroting

De globale inkomsten en uitgaven van de overheid voor het komend jaar

Slide 12 - Slide

De rijksbegroting is een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van het rijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

De miljoenennota is een:
A
uitkering
B
toelichting op de financiële begroting
C
toelichting op de rijksbegroting
D
een briefje van 1 miljoen

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Staatsschuld
De schuld van de overheid die op een bepaald tijdstip wordt gemeten.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Staatsschuld
  • een begrotingstekort = toename staatsschuld

  • een begrotingsoverschot= afname staatschuld

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Begrotingstekort
de uitgaven van de overheid zijn groter dan de inkomsten

Slide 22 - Slide

Financieringstekort
inkomsten - uitgaven = begrotingstekort - aflossings staatsschuld

Slide 23 - Slide

oplossing begrotingstekort
 De overheid kan bezuinigen, dus minder geld uitgeven

Slide 24 - Slide

oplossing begrotingstekort
De overheid kan belasting verhogen zoals loonbelasting of BTW verhoging

Slide 25 - Slide

Subsidie
Een subsidie is een financiële bijdrage van de overheid om burgers en bedrijven te steunen. 

  • Zonnepanelen
  • Windmolens
  • Ondernemers

Slide 26 - Slide

Heffingen
Een heffing is een  verhoging van de prijs door bv accijns om mensen te stimuleren er minder gebruik van te maken.

  • Benzine
  • Alcohol
  • Roken

Slide 27 - Slide

Begrippen:
  • Rijksbegroting: Een overzicht van alle te verwachten inkomsten en uitgaven van de rijksoverheid
  • Miljoenennota: In de miljoenennota wordt de rijksbegroting uitgelegd.
  • Begrotingsoverschot: Als de overheid minder geld uitgeeft dan dat ze ontvangt.
  • Begrotingstekort: Als de overheid meer geld uitgeeft dan dat ze ontvangt.
  • Staatsschuld: De schuld van de overheid die op een bepaald tijdstip wordt gemeten.

Slide 28 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 29 - Slide

0

Slide 30 - Video

0

Slide 31 - Video

Nu: maken 5.3
Huiswerk: Leren 5.3 + Maken 5.3
(Ook de flitskaarten)
+ maken 5.4: rekentrainer
(Evt. versterk jezelf)

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

5.4
Begrippen:
  • Sociale verzekering
  • Volksverzekering - Werknemersverzekering
  • Sociale voorziening

Slide 34 - Slide

Sociale zekerheid

De zekerheid dat iedereen geld heeft om van te leven. Dit wordt betaald door de overheid.


Hoe komt de overheid aan dit geld?

  •  belastingen
  •  sociale premies (sociale wetten)


Slide 35 - Slide

Werking sociale zekerheid
  • groot deel wordt betaald met loonbelasting en premies
  • Sterk afhankelijk van de werkloosheid
  • Sterk afhankelijk van de aanbod van arbeid 

Slide 36 - Slide

Blijft de sociale zekerheid in takt?
De overheid moet inzicht hebben in de ontwikkelingen die de sociale zekerheid in gevaar kunnen brengen en hierop acteren.

Het is daarom erg belangrijk dat de overheid goed kan inschatten welke inkomsten en uitgaven zij kan verwachten

Slide 37 - Slide

Inkomensherverdeling
  • Progressief belastingstelsen inkomstenbelasting
  • Stelsel van sociale zekerheid
  • Inkomenssteun (huurtoeslag, zorgtoeslag, etc.)

Slide 38 - Slide

belasting
1. progressieve belasting, hoe meer je verdient hoe meer je in % belasting moet betalen
2. degressieve belasting, hoe meer je verdient hoe minder je in % belasting moet betalen

Slide 39 - Slide

profijtbeginsel
als je een dienst of product " koopt " van de overheid moet je betalen bijvoorbeeld paspoort

Slide 40 - Slide

Redenen voor heffen van belasting

Uitgangspunten voor het heffen van belasting:
  • Profijtbeginsel
  • Solidariteitsbeginsel

Slide 41 - Slide

Profijtbeginsel
Je betaalt omdat je ergens gebruik van maakt.

Voorbeeld: motorrijtuigenbelasting (houderschapsbelasting, je betaalt voor het bezit van het voertuig),

Slide 42 - Slide

2. Draagkracht-beginsel
Wie in staat is veel te betalen, moet ook meer betalen.

Voorbeeld: de inkomstenbelasting heeft een progressief tarief, d.w.z. hoe meer je verdient, hoe hoger de te betalen belasting in verhouding is.

Slide 43 - Slide

Solidariteitsbeginsel
De overheid wil de welvaart onder de bevolking redelijk verdelen. De sterken helpen de zwakken. Hiervoor worden de inkomens herverdeeld. Mensen met een hoog inkomen moeten in verhouding meer geld afstaan ten behoeve van mensen zonder inkomen of met een laag inkomen.

Slide 44 - Slide