1. Op zwart zaad zitten - geld gebrek hebben
2. Over de rooie gaan - buiten zinnen (van woede) zijn
3. Twee gezichten kennen - twee kanten hebben
4. Ze bruin bakken - erg overdrijven
5. Wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht - een klein foutje kan grote gevolgen hebben
6. Iemand op zijn blauwe ogen geloven - ervan uitgaan dat iemand de waarheid spreekt
7. Bij de buren is het gras altijd groener - bij anderen lijkt het beter, maar je kent hun problemen niet
8. De morgenstond heeft goud in de mond - de ochtend is het beste deel van de dag
9. Meesterzet - voortreffelijk idee
10. Utopie - illusie; droombeeld (het is te mooi om waar te zijn)
Twee punten per vraag.