De lezer overtuigen 2

Leg jullie boek en schrift op tafel. 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leg jullie boek en schrift op tafel. 

Slide 1 - Slide

Vandaag:

H. 25 De lezer overtuigen:
- huiswerk bespreken
- nieuwe theorie en oefenen

H. 27 Werkwoordspelling (persoonsvorm)
- oefenen in Numo

Slide 2 - Slide

H. 25 De lezer overtuigen

Je leert hoe je in een betogende tekst de lezer overtuigt van jouw standpunt met argumenten.

Betoog: tekst die gaat over het standpunt van de schrijver.
Standpunt: mening
Argument: waarom je iets vindt. 

Slide 3 - Slide


We bespreken opdracht 3 en 4 (blz. 103). 

Slide 4 - Slide

Argumenten moeten juist en geldig zijn.

Juist: het argument is echt waar. 
Geldig: het argument gaat over je mening en niet over iets anders. 



Slide 5 - Slide

Controleer samen met diegene naast je je mail:

- Staan er de juiste aanhef en afsluiting?
- Heb je je standpunt/mening genoemd?
- Staan er drie argumenten? 
- Staan er genoeg komma's (voor voegwoorden of waar je een pauze hoort) en punten?
timer
5:00

Slide 6 - Slide

Verkeerde argumentatie
- cirkelredenering: je argument en standpunt zijn eigenlijk hetzelfde. 
Treinreizen kosten veel tijd, omdat een treinreis vaak lang duurt. 

- Te snelle conclusie: op basis van één geval zeggen dat iets altijd zo is. 

Ik had vorige week veel vertraging, treinen komen dus nooit op tijd. 

Slide 7 - Slide

Maak opdracht 6 en 7 (blz. 104)

Slide 8 - Slide

De spelling van de persoonsvorm in de tegenwoordige en de verleden tijd. 
H. 27 Werkwoordspelling

Slide 9 - Slide

Wat ga je doen?
Ik wil graag uitleg over werkwoordspelling
Ik wil graag zelfstandig werken in Numo.

Slide 10 - Poll

Blz. 110

Slide 11 - Slide