Lezer overtuigen - betogende tekst

Lezer overtuigen - betogende tekst
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lezer overtuigen - betogende tekst

Slide 1 - Slide

Vandaag:

H. 65 Lezer overtuigen - betogende tekst
Je leert hoe je in een betogende tekst de lezer overtuigt. 
Je leert mening en argumenten te herkennen. 

Slide 2 - Slide

Betoog:
- mening/ standpunt van de schrijver is belangrijk. 
- doel van een betoog: de lezer overtuigen

- argumenten: redenen, voorbeelden, feiten die je standpunt ondersteunen. 
signaalwoorden: want, omdat

- weerleggen: zeggen waarom een tegenargument niet goed is. 

Slide 3 - Slide

Dat de maximum snelheid op de snelweg is verlaagd is goed, want het is beter voor het milieu.
A
argument - standpunt
B
standpunt - argument

Slide 4 - Quiz

Omdat snelle e-bikes vaker betrokken zijn bij ongelukken, zal je mij niet op zo'n ding zien.
A
argument - standpunt
B
standpunt - argument

Slide 5 - Quiz

Drugs moeten helemaal gelegaliseerd worden. Dan daalt de criminaliteit.
A
argument - standpunt
B
standpunt - argument

Slide 6 - Quiz

Gisteren lukte je het ook al niet, stop er nu maar mee!
A
argument - standpunt
B
standpunt - argument

Slide 7 - Quiz

Het gaat straks regenen, ik zou maar een paraplu meenemen.
A
argument - standpunt
B
standpunt - argument

Slide 8 - Quiz

Geschreven debat
Regels:
- je mag alleen schrijven (het blijft stil). 
- één iemand is voor de stelling, de ander tegen
- je geeft een argument of je weerlegt een argument. 
- je hebt steeds anderhalve minuut de tijd om te schrijven. 
- als je niet schrijft denk je na over een nieuw argument. 

Slide 9 - Slide

Stelling: Bij mooi weer moeten scholen huiswerkvrij zijn.
Je schrijft en denkt in stilte. 
timer
1:30

Slide 10 - Slide

Overleg alleen fluisterend met diegene naast je. 

Maak opdracht 1 t/m 4 (blz. 134). 



timer
10:00

Slide 11 - Slide

Je mag alleen fluisterend overleggen met diegene naast je. 

Ga naar Numo en werk aan een taak. 

Slide 12 - Slide