What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Werkwoordspelling - PV VT
Werkwoordspelling - PV VT
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoordspelling - PV VT
Slide 1 - Slide
Inhoud van deze les
Lesdoel:
aan het eind van deze les weet je hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd moet spellen
10 minuten lezen
Instructie en oefenen
Klaar? Maak de startopdracht in Nieuw Nederlands (LP)
timer
10:00
Slide 2 - Slide
PV vt
PV vt taxikofschip
Voltooid deelwoord langer maken
Voltooid deelwoord taxikofschip
Voltooid deelwoord als BN zo kort mogelijk
Slide 3 - Slide
Wat is niet goed gespeld?
Slide 4 - Slide
Welk trucje pas jij toe als de persoonsvorm tegenwoordige tijd gevraagd wordt?
Slide 5 - Mind map
Wat is niet goed gespeld?
Slide 6 - Slide
Wat is niet goed gespeld?
Slide 7 - Slide
Wat is hier fout gespeld?
Slide 8 - Slide
In welke zin is 'kosten' de persoonsvorm?
A
Declareer die kosten maar bij je verzekering.
B
De kosten voor de reparatie vielen mee.
C
Kosten die schoenen echt zoveel?
D
Marijn weet nog niet hoeveel zijn reis gaat kosten.
Slide 9 - Quiz
Hoe herken je de persoonsvorm in een zin?
Noem alle mogelijke manieren die je weet
Slide 10 - Mind map
In welke zin zijn de werkwoorden allebei goed gespeld?
A
Ik verpeste mijn toets, omdat ik het niet goed had geleerd.
B
Ik verpeste mijn toets, omdat ik het niet goed had geleert.
C
Ik verpestte mijn toets, omdat ik het niet goed had geleert.
D
Ik verpestte mijn toets, omdat ik het niet goed had geleerd.
Slide 11 - Quiz
Leg uit hoe je de regel van het 't x-kofschip moet toepassen
Slide 12 - Open question
PV vt
PV vt taxikofschip
Voltooid deelwoord langer maken
Voltooid deelwoord taxikofschip
Voltooid deelwoord als BN zo kort mogelijk
Slide 13 - Slide
Wat gebeurt er met het werkwoord 'werken' als je het in de verleden tijd zet? Hoe heet zo'n werkwoord?
Slide 14 - Mind map
Wat gebeurt er met het werkwoord houden en lopen als je het in de verleden tijd zet? Hoe noemen we deze werkwoorden?
Slide 15 - Mind map
Gebruik de verleden tijd!
......... (worden) je ook zo misselijk van al die verkiezingspraatjes op tv?
Slide 16 - Open question
Gebruik de verleden tijd!
(antwoorden) .............. jij niet een beetje te snel?
Slide 17 - Open question
Gebruik de verleden tijd!
Wat ....... (bestellen) jij gister bij de Mac?
Slide 18 - Open question
Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed begrepen hebt.
Slide 19 - Open question
Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.
Slide 20 - Open question
Afsluiting van de les
Lesdoel:
aan het eind van deze les weet je hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd moet spellen
Heb jij het doel behaald?
Slide 21 - Slide
More lessons like this
werkwoordspelling
June 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
werkwoordspelling
September 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
werkwoordspelling
September 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
werkwoordspelling
September 2024
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
werkwoordspelling
March 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Nederlands met behulp van een thema
April 2023
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
H6 werkwoordspelling
February 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling4A
November 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4