Werkwoordspelling - PV VT

Werkwoordspelling - PV VT



1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Werkwoordspelling - PV VT



Slide 1 - Slide

Inhoud van deze les
Lesdoel: aan het eind van deze les weet je hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd moet spellen

  • Instructie en oefenen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Welk trucje pas jij toe als de persoonsvorm tegenwoordige tijd gevraagd wordt?

Slide 3 - Mind map

Wat is niet goed gespeld?

Slide 4 - Slide

Wat is niet goed gespeld?

Slide 5 - Slide

Je leert de persoonsvorm van zwakke, sterke en onregelmatige werkwoorden in de verleden tijd te schrijven

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

PV vt
PV vt taxikofschip
Voltooid deelwoord langer maken
Voltooid deelwoord taxikofschip
Voltooid deelwoord als BN zo kort mogelijk

Slide 8 - Slide

In welke zin is 'kosten' de persoonsvorm?
A
Declareer die kosten maar bij je verzekering.
B
De kosten voor de reparatie vielen mee.
C
Kosten die schoenen echt zoveel?
D
Marijn weet nog niet hoeveel zijn reis gaat kosten.

Slide 9 - Quiz

Hoe herken je de persoonsvorm in een zin?
Noem alle mogelijke manieren die je weet

Slide 10 - Mind map

In welke zin zijn de werkwoorden allebei goed gespeld?
A
Ik verpeste mijn toets, omdat ik het niet goed had geleerd.
B
Ik verpeste mijn toets, omdat ik het niet goed ​ had geleert.
C
Ik verpestte mijn toets, omdat ik het niet goed ​ had geleert.
D
Ik verpestte mijn toets, omdat ik het niet goed ​ had geleerd.

Slide 11 - Quiz

Leg uit hoe je de regel van het 't x-kofschip moet toepassen

Slide 12 - Open question

PV vt
PV vt taxikofschip
Voltooid deelwoord langer maken
Voltooid deelwoord taxikofschip
Voltooid deelwoord als BN zo kort mogelijk

Slide 13 - Slide

Gebruik de verleden tijd!
(antwoorden) .............. jij niet een beetje te snel?

Slide 14 - Open question

Gebruik de verleden tijd!
......... (worden) je ook zo misselijk van al die verkiezingspraatjes op tv?

Slide 15 - Open question

Gebruik de verleden tijd!
Wat ....... (bestellen) jij gister bij de Mac?

Slide 16 - Open question

Wat is de pv-vt-zwak?
U werkt- U (...)

Slide 17 - Open question

De honden ................... met hun staart.
(kwispelen, pv vt)

Slide 18 - Open question

Wat is de pv-vt?
Ik zie - Ik (...)

Slide 19 - Open question

Wat is de pv-vt?
Zij bedankt - Zij (...)

Slide 20 - Open question

Wat is de pv-vt?
Ik dans - Ik (...)

Slide 21 - Open question

Vul de pv vt in.
De timmerman .............. (meten) de lengte.

Slide 22 - Open question

Pv vt:
Hij ____ (wedden) op het goede paard.

Slide 23 - Open question

(Worden) jij gisteren ook zo vroeg wakker? PV VT

Slide 24 - Open question

Het stel (verhuizen) gisteren naar Amersfoort ( pv vt)

Slide 25 - Open question

Afsluiting van de les
Lesdoel: aan het eind van deze les weet je hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd moet spellen

  • Heb jij het doel behaald? 

Slide 26 - Slide