Week 7 3GT2

Week 7 3GT2
MA 14-10 TOETS FICTIEANALYSE - SUCCES!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Week 7 3GT2
MA 14-10 TOETS FICTIEANALYSE - SUCCES!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Di 15-10 / TAAL - IRONIE 







Je leert ironie en woordgrapjes herkennen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Bekijk de afbeelding

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is 'groene energie'?

Slide 4 - Open question

Het juiste antwoord bevat:
Energie die wordt opgewekt uit duurzame bronnen, zoals de wind en de zon.
Heeft de man gelijk met zijn uitspraak? Licht je antwoord toe.

Slide 5 - Open question

Nee, de bedoeling van groene energie is niet om bomen kapot te maken en de constructie levert waarschijnlijk geen energie.
Heeft de tekenaar de afbeelding serieus bedoeld?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Video-uitleg
Schrijvers maken soms gebruik van taalmiddelen om hun teksten afwisselender en aantrekkelijker te maken. Ze kunnen daarvoor gebruikmaken van overdrijvingen en ironie.
Bekijk de uitleg op de methodesite (H5: overdrijving en ironie)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions


Welk taalmiddel is gebruikt in deze zin?
Dat heb je handig gedaan! De hele tafel zit onder de groene verf.
A
overdrijving
B
ironie

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


Dat heb je handig gedaan! De hele tafel zit onder de groene verf.
Aan welk woord herken je de ironie? Noteer dat woord.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions


Welk taalmiddel is gebruikt in deze zin?
Bastiaans achtertuin is niet veel groter dan een postzegel.
A
overdrijving
B
ironie

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


Bastiaans achtertuin is niet veel groter dan een postzegel.
Aan welk woord herken je de overdrijving? Noteer dat woord.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions


Welk taalmiddel is gebruikt in deze zin?
Ook al was het zomer, ik bevroor in het zwembad.
A
overdrijving
B
ironie

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions


Ook al was het zomer, ik bevroor in het zwembad.
Aan welk woord herken je de overdrijving? Noteer dat woord.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions


Welk taalmiddel is gebruikt in deze zin?
Leuke jongen ben jij: eerst breek je die vaas en dan lieg je erover.
A
overdrijving
B
ironie

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions


Leuke jongen ben jij: eerst breek je die vaas en dan lieg je erover!
Aan welk woord herken je de ironie? Noteer dat woord.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Zelfstandig werken / huiswerk 
Nieuw Nederlands online
KLASCODE 08267
Cursus 4 Taal
Paragraaf 2 - IRONIE
Opdracht 1 t/m 5 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Do 17 -10 Waar komen woorden vandaan? 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Goedemorgen!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Kunnen talen ook familie van elkaar zijn?
Ja
Nee

Slide 19 - Poll

This item has no instructions

Taalfamilies
  • Bepaalde talen lijken veel op elkaar.
  • Talen zijn familie van elkaar als ze dezelfde voorouders hebben. 
  • Een taalfamilie = een groep talen die aan elkaar verwant zijn.  





Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Taalfamilies

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Taalfamilies

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken 
  1.  Titel
  2. Personages
  3. Ruimte (omgeving, sfeer)
  4. Tijd
  5. Plot / verhaallijn
  6. Thema (onderwerp) 
  7. Motieven & symboliek
Zelfstandig werken 
Boek bladzijde 92/93
Opdracht 1 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

KLAAR? 
Maak in tweetallen de puzzel op bladzijde 225 van het boek.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions