What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
V4Les10
§3 & 4 (Veranderende) Ecosystemen
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Basisschool
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
65 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
§3 & 4 (Veranderende) Ecosystemen
Slide 1 - Slide
Habitat en niche
Habitat (= 'werkplaats'):
De
leefomgeving
van een organisme met de specifieke
abiotische
en
biotische
factoren
Niche (= 'beroep'):
Rol van de soort waarmee het zijn habitat
beïnvloedt
Slide 2 - Slide
In duo's (5 min)
Wat zijn:
producenten
,
consumenten
,
reducenten
en
afvaleters
.
Slide 3 - Slide
Producenten
Autotrofe organismen:
zetten
anorganische stoffen
om in
organische stoffen (assimilatie)
Slide 4 - Slide
Anorganische stoffen: CO, CO2,
H2O
, NaCl, O2 (klein, eenvoudig, komt voor in levenloos en levend)
Organische stoffen:
bevatten
C, H, O
, N, P en S (groot, ingewikkeld,
afkomstig van organismen
)
Slide 5 - Slide
Welke stoffen zijn anorganisch? en welke zijn organisch?
Sleep de moleculen naar de juiste categorie.
anorganische moleculen
organische moleculen
water
glucose
zetmeel
zuurstof
aminozuur
eiwit
CO2
nitraat
DNA
stikstof (N2)
RNA
bladgroen
Slide 6 - Drag question
Consumenten
Heterotrofe organismen:
afhankelijk van andere organismen om organische verbindingen te maken
Slide 7 - Slide
Detrivoren (afvaleters)
Insecten en wormen die het dode organisch materiaal 'opeten'
Uitscheiding
is voedselbron voor reducenten (bacteriën en sommige schimmels)
Slide 8 - Slide
Reducenten
Breken organische moleculen af tot anorganische moleculen (
dissimilatie
)
Slide 9 - Slide
Sleep de termen naar de juiste beschrijvingen toe:
Deze organismen zetten de organische stoffen in dood plantaardig materiaal om in anorganische stoffen
Deze organismen assimileren organische stoffen
Deze organismen doen aan voortgezette assimilatie. Ze nemen organische stoffen op uit hun omgeving
producenten
consumenten
reducenten
Slide 10 - Drag question
§4 Veranderende Ecosystemen
Slide 11 - Slide
Successie
Het opeenvolgen van planten en dieren van stadium naar stadium
Omstandigheden veranderen, nieuwe planten en dieren
Door de tijd (1) kale duinen -> (2) bos
Slide 12 - Slide
Humuslaag
Boven grondlaag
"Laag aarde met veel oude plantenresten, waardoor nieuwe planten er goed groeien"
Slide 13 - Slide
Primaire successie
In gebieden zonder
humuslaag
Successie moet vanaf het begin beginnen
Slide 14 - Slide
Secundaire successie
Gebieden met humuslaag
Successie hoeft niet helemaal vanaf het begin te beginnen
Slide 15 - Slide
BIOLOGIEPAGINA
Samenvattende animatie
https://biologiepagina.nl/Flashfiles/Ispring/Successie.htm
Slide 16 - Slide
Pioniersstadium
weinig soorten
weinig interspecifieke relaties
kleine biomassa
grote invloed abiotische factoren
geen humus (bij primaire successie)
Climaxstadium
veel soorten
veel interspecifieke relaties
grote biomassa
kleine invloed abiotische factoren
veel humus
Slide 17 - Slide
Welke van de volgende behoort tot de producenten?
A
Algen
B
Zeewier
C
Krabben
D
Vissen
Slide 18 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een reducent?
A
Bacteriën
B
Regenwormen
C
Mensen
D
Koeien
Slide 19 - Quiz
Wat is primaire successie?
A
Een vorm van industriële groei
B
Een vorm van stedelijke ontwikkeling
C
Een vorm van landbouw
D
Het proces van natuurlijke vegetatieontwikkeling op kale grond.
Slide 20 - Quiz
Wat is een climaxvegetatie?
A
De vegetatie die zich op een bepaalde locatie ontwikkelt tot het punt van maximale biodiversiteit en stabiliteit.
B
De vegetatie die wordt beïnvloed door menselijke activiteiten.
C
De vegetatie die alleen in de zomer groeit.
D
De vegetatie die zich ontwikkelt tot het punt van minimale biodiversiteit.
Slide 21 - Quiz
Wat is een humuslaag?
A
Een laag van versteend hout
B
Een laag van verpulverde kalksteen
C
Een laag van vulkanische as
D
Een laag organisch materiaal op de bosbodem.
Slide 22 - Quiz
Welke opeenvolging past bij successie?
A
heide -> zand -> bos
B
bos -> moeras -> plas
C
strand -> duinen -> bos
D
steppe -> kale grond -> regenwoud
Slide 23 - Quiz
Wat verandert bij successie?
A
individu
B
populatie
C
leefgemeenschap
D
ecosysteem
Slide 24 - Quiz
Hoe ontstaat successie?
Sleep de onderstaande gebeurtenissen zodat er een juiste chronologische volgorde ontstaat
1
2
3
4
5
6
Op de bodem die arm is aan organische stof ontkiemen planten die bestand zijn tegen extreme abiotische factoren
Kleine consumenten 1e orde en reducenten vestigen zich in en op de bodem
De reducenten breken detritus af waardoor bodem rijker wordt aan organische stof
Door de rijkere bodem worden er meer producten aangetrokken met een tolerantie voor meer anorganische stof.
Het voedselaanbod stijgt enorm en trekt consumenten van hogere orden aan.
De biodiversiteit stijgt explosief en er ontstaat gelaagdheid in het ecosysteem
Slide 25 - Drag question
Het beginstadium van successie heet
A
Climaxvegetatie
B
Climaxecosysteem
C
Pioniersvegetatie
D
Pioniersecosysteem
Slide 26 - Quiz
Huiswerk
Maken 5.3 = 35, 40, 43
Maken 5.4 = 58, 55, 60
Bestuderen BiNaS 93A, 93B, 93D2, 93E
Slide 27 - Slide
More lessons like this
4V-8.4-Veranderende ecosystemen
May 2024
- Lesson with
25 slides
Biologie
Basisschool
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
8.1 + 8.2 dl1
May 2023
- Lesson with
38 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
15.1 + 15.2 Populaties
June 2022
- Lesson with
40 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Herhaling Ecologie
June 2022
- Lesson with
19 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
8.4 Veranderende ecosystemen
June 2022
- Lesson with
20 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
15.1 Energiestromen 5V
June 2022
- Lesson with
42 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
8.2 Energie in ecosystemen
June 2022
- Lesson with
22 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Hoofdstuk 8 - Ecosysteem en evenwicht
June 2024
- Lesson with
19 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4