This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Herhaling vorige keer
Slide 1 - Slide
Bij een bepaalde reactie geldt ΔE = +15,3*10⁵ Joule per mol. Wat voor een reactie is dit?
A
Een ontledingsreactie
B
Een verbrandingsreactie
C
Een exotherme reactie
D
Een endotherme reactie
Slide 2 - Quiz
Bij een endotherme reactie wordt de temperatuur (van de directe omgeving) voor en na de reactie gemeten. Voor de reactie is de temperatuur 20°C, wat is de temperatuur van de omgeving na de reactie?
A
Dat is afhankelijk van de soort stof
B
20°C
C
Hoger dan 20°C
D
Lager dan 20°C
Slide 3 - Quiz
Vaak worden exotherme reacties in het lab gekoeld met ijswater. Waarom?
A
Omdat deze reacties alleen verlopen als het ijskoud is.
B
Omdat de temperatuur zo kan oplopen dat een vloeistof gaat koken.
C
Omdat de opbrengst van de
reactie dan hoger wordt.
D
Om de reactie sneller te laten verlopen.
Slide 4 - Quiz
8.3 Rekenen met reactiewarmte
Slide 5 - Slide
Leerdoelen
Je leert de begrippen vormingswarmte, ontledingswarmte en verbrandingswarmte kennen.
Je leert om de reactiewarmte te berekenen van een reactie uit de vormingswarmten (en andersom).
Slide 6 - Slide
8.2
Slide 7 - Slide
8.2
Slide 8 - Slide
Reactiewarmte berekenen Noteren
De reactiewarmte kan worden berekend door te bepalen hoeveel energie nodig is om een binding te verbreken (ontledingswarmte) en hoeveel energie er vrijkomt bij het vormen van een nieuwe binding (vormingswarmte).
Reactiewarmte E = E eind +E begin
E <0 = exotherm
E>0 = endotherm
Slide 9 - Slide
stappenplan berekenen ΔE
Noteer de kloppende reactievergelijking
Noteer onder elke stof de ontledingswarmte uit Binas 57 en de vormingswarmte uit Binas 57 en houd rekening met - en +, en het aantal mol (bijv 3 H₂O = 3x vormings-warmte H₂O)
Tel de energie van de beginstoffen op (Ebegin) en van de reactieproducten op (Eeind)
Bereken ΔE met: ΔE = (Eeind) + (Ebegin) Gebruik haakjes!
Controleer of je ΔE nog moet omrekenen naar J per 1 mol
Slide 10 - Slide
Let op!
Vergeet niet het juiste teken over te nemen (+ of -).
Let op de fase van de stoffen, bijv. waterdamp of vloeibaar water.
Vergeet niet de factor 105 in de berekening.
Kijk naar de coëfficiënten in de reactievergelijking of je de reactiewarmte voor 1 mol hebt berekend of meer.
Gebruik haakjes bij het uitrekenen met je rekenmachine.
Slide 11 - Slide
Verbrandingswarmte
Verbrandingswarmte (Binas 56) geeft de reactiewarmte van een aantal verbrandingsreacties.
Slide 12 - Slide
Aan de slag (30 minuten max)
Maken 29 t/m 31
Klaar? Start met de formatieve toets van Hst 8 (opgave 4 t/m 7 en 15 t/m 17) hoef je niet te maken. Deze horen bij paragraaf 8.4