argumentatie structuren

A. De meeste docenten spreken niet zo goed Engels.
B. Het is beter om op het hbo de lessen in het Nederlands te geven.
A
standpunt
B
standpunt
C
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

A. De meeste docenten spreken niet zo goed Engels.
B. Het is beter om op het hbo de lessen in het Nederlands te geven.
A
standpunt
B
standpunt
C

Slide 1 - Quiz

A. Opstappen op een herenfiets is moeilijker dan op een damesfiets. B. Voor de stevigheid van het frame is een stang ook niet meer nodig:
C. de klassieke herenfiets zal daarom verdwijnen.
A
standpunt
B
standpunt
C
standpunt

Slide 2 - Quiz

  • Argumentatiestructuren.
  • enkelvoudige argumentatie
  • onderschikkende argumentatie
  • nevenschikkende argumentatie
  • afhankelijke of onafhankelijke argumenten.

Slide 3 - Slide

Teken :

Een enkelvoudige argumentatie






Slide 4 - Slide

Teken :

Een nevenschikkende argumentatie






Slide 5 - Slide

Teken :

Een onderschikkende argumentatie






Slide 6 - Slide

Teken :

Een argumentatiestructuur met :

1. Een standpunt
2. Twee nevenschikkende argumenten
3. Twee onderliggende argumenten




Slide 7 - Slide

Nederlandse scholieren zitten gemiddeld ruim drie uur per dag op hun telefoon. Veel jongeren zijn verslaafd aan hun telefoon. Telefoons voor jongeren zouden verboden moeten worden.

  • Is dit een argumentatiestructuur met onderliggende of nevenschikkende argumenten?

  • Teken de structuur en vul in.

Slide 8 - Slide

  • Telefoons voor jongeren zouden verboden moeten worden.

  • Veel jongeren zijn verslaafd aan hun telefoon.

  • Nederlandse scholieren zitten gemiddeld ruim drie uur per dag op hun telefoon. 


Slide 9 - Slide

Peter heeft de verwarming bijna nooit aan. Bovendien is het in zijn huis erg vochtig. Ik ga het liefst maar kort bij hem op bezoek.

  • Is dit een argumentatiestructuur met onderliggende of nevenschikkende argumenten?

  • Teken de structuur en vul in.

Slide 10 - Slide

Peter heeft de verwarming 
bijna nooit aan. 


Bovendien is het in zijn huis erg vochtig.
Ik ga het liefst maar kort bij hem (Peter) op bezoek.

Slide 11 - Slide