Hoofdstuk 7 par 7.2 Atomen deel 2

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 7 
Radioactiviteit

Paragraaf 2 Atomen

Deel 2

Lesdoelen

Aan het einde van deze les kun je...

• uitleggen waar een atoom uit  bestaat
• het verschil beschrijven tussen protonen, elektronen en neutronen
• uitleggen wat het atoomnummer van een atoom betekent
• uitleggen wat isotopen zijn
• beschrijven wat het massagetal van een atoom is

Uitleg

Noem minimaal 2 dingen over 'atomen'. 

Een atoom

Je weet dat moleculen zijn opgebouwd uit atomen.

Maar waar bestaan atomen dan uit? 

Bouw van een atoom

Atomen bestaan uit nog kleinere deeltjes: protonen, neutronen en elektronen

Een atoom bestaat uit een kern met daarom heen een aantal elektronen

De atoomkern is opgebouwd uit 2 soorten deeltjes: protonen en neutronen

De atoomkern

Protonen:

Neutronen:

Een proton heeft een onverstelbaar kleine massa. 

Een proton is een positief geladen deeltje

Een neutron heeft bijna dezelfde massa als een proton.

Een neutron is neutraal, heeft geen elektrische lading

Model van een helium atoom

+

Proton

Neutron

____________________________

Het aantal protonen is  het atoomnummer

Atoommassa = protonen + neutronen

Elektronen

Een elektron heeft een massa die nog véél kleiner is dan een proton of neutron.

Een elektron is een negatief geladen deeltje.

-

Elektron

Model van een helium atoom

____________________________

Een atoom heeft evenveel protonen als elektronen.

Daardoor heeft een atoom als geheel een neutrale lading.

Deze massa is zo klein dat je het mag verwaarlozen.

Je rekent hem daarom ook niet mee met de atoommassa

Massagetal

Dit atoom bevat:

-2 protonen, massa "1"

-2 neutronen, massa "1"

- 2 elektronen, massa "0"

massagetal is dus 4

Waaruit bestaan atomen?

Welke deeltjes zitten in de kern van een atoom?

Welke deeltjes bevinden zicht NIET in de kern van een atoom?

1. protonen
2. neutronen
3. elektronen
4. muonen

Protonen zijn...

1. negatief geladen kerndeeltjes
2. neutraal geladen kerndeeltjes
3. positief geladen deeltjes buiten de kern
4. positief geladen kerndeeltjes

Zoek op in de tabel hiernaast.
Wat is het atoomnummer
van zuurstof?

1. 7
2. 8
3. 9
4. 10

Zoek op in de tabel hiernaast.
Hoeveel protonen zitten er in
de kern van een zuurstofatoom?

1. 7
2. 8
3. 9
4. 10

Zoek op in de tabel hiernaast.
Hoeveel elektronen heeft
een zuurstofatoom?

1. 7
2. 8
3. 9
4. 10

Isotopen

De atomen van 1 element hebben allemaal hetzelfde aantal protonen

De atomen van 1  element kunnen wel een verschillend aantal neutronen in hun kern hebben.

Een element heeft dan verschillende isotopen.

Booratoom:

meest voorkomende atoom met een massagetal van 10

Boor-10

Booratoom:

isotoop met een massagetal van 11

Boor-11

Wat is een isotoop?

Wat geeft het atoomnummer weer van een element?

1. Het aantal protonen
2. Het aantal neutronen
3. Het aantal elektronen + protonen
4. Het aantal protonen + neutronen

Een atoom heeft 6 protonen en 7 neutronen.
Hoe groot is het massagetal van deze isotoop?

Koolstof heeft atoomnummer 6.
Hoeveel protonen en neutronen zitten er in de kern van een atoom C-14?
(… protonen en … neutronen)

OPDRACHT

• Op de volgende dia ga je naar de PHET simulation.
• Je drukt op "ATOM"  en gaat drie atomen "bouwen" 
• Je maakt dan een foto/screenshot van elk atoom en plaatst dit in deze LessonUp.
• 1  Bouw een zuurstofatoom
• 2  bouw een koolstofatoom
• 3  bouw een isotoop van het koolstofatoom met massagetal 14

https:

Plaats hier een screenshot van jouw zuurstofatoom.

Plaats hier een screenshot van jouw koolstofatoom.

Plaats hier een screenshot van jouw isotoop van het koolstofatoom met massagetal 14.

Leg het verschil uit tussen protonen, neutronen en elektronen

Lesdoelen

• Aan het einde van deze les kan ik......
• uitleggen waar een atoom uit bestaat
  
• het verschil beschrijven tussen protonen, elektronen en neutronen
  
• uitleggen wat het atoomnummer van een atoom betekent
  
• uitleggen wat isotopen zijn
  
• beschrijven wat het massagetal van een atoom is
  

Ik heb de lesdoelen voor deze les gehaald!

1. Ja, allemaal
2. Ja, 3 van de 4
3. Bijna allemaal
4. Nee, ik heb ze niet gehaald

Hoe komt het dat je de lesdoelen wel/niet hebt gehaald?