Werkwoordspelling H4

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

VDW als bijvoeglijk naamwoord

twee regels

- zo kort mogelijk opschrijven;

- wanneer een vdw eindigt op -en, dan schrijf je het BN ook met -en.

Zo kort mogelijk opschrijven

vb. 

De weg werd verbreed --> de verbrede weg

De muren worden gewit --> de gewitte muren

BN eindigt op -en

vb. 

Ik heb mijn boek uitgelezen--> het uitgelezen boek

De deuren zijn gesloten --> de gesloten deuren

Het tegenwoordig deelwoord als bn

- tegenwoordig deelwoord: de handeling is nog niet voorbij

  vb. Lachend zitten we in de klas / Blozend stelde ik mezelf voor.

als bijvoeglijk naamwoord:

vb. De kletsende meisjes/ De huilende baby/ De blaffende honden

Ik heb de proefwerken nog niet (corrigeren)

1. gecorrigeerd
2. gecorrigeert

De veehouder (melden, t.t.)
een (toenemen)
tekort aan opslagruimte voor mest

1. meld, toegenomen
2. meldt, toegenomen
3. meldt, toegenome
4. meld, toegenome

Hij (hoesten, v.t.)
en (proesten, v.t.)
doordat hij zich (verslikken v.t.)

1. Hoeste, proeste, verslikte
2. hoestte, proestte, versliktte
3. Hoestte, proestte, verslikte
4. Hoesten, proesten, verslikten

De (verkleden)
tegenstanders gaan
(teleurstellen)
naar huis.

1. verkleedden, teleurgesteld
2. verkleedden, teleurgestelt
3. verklede, teleurgesteld
4. verklede, teleurgestelt

Op deze hoek (gebeuren, tt) wel vaker een ongeluk.

1. gebeurdt
2. gebeurt
3. gebeurd

De kat (krabben) aan de (bekleden) trap.

1. krabte, bekleden
2. krabden, bekleden
3. krabde, beklede
4. krabde, bekleedde

De (vergroten) foto's hangen aan de muur

1. vergrote
2. vergroten
3. vergrootten
4. vergrootte