werkwoordspelling les 9: extra oefenen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Werkwoordspelling

Nederlands
werkwoordspelling

Les 9: extra oefenen

voor de E-toets

VWO 2

 P1 2022-2023

Extra oefenen: voor de E-toets

Noteer de persoonsvorm(en) en het onderwerp

voorbeeld

Versturen wij ook kaarten met Kerst? 

versturen [PV]

wij [OW]

Ik blijf vandaag thuis, want ik voel me niet lekker.

Verzon jij ook weleens smoesjes als je te laat kwam?

Anja miste haar oude klasgenootjes een beetje, maar de anderen zijn ook aardig.

Voordat de krant gedrukt kan worden, moet je hem eerst goed controleren.

Nu ik er langer over nadenk, vind ik het een geweldig idee!

Loesje tennist al drie jaar, maar ze wordt niet beter.

Pim wil al lunchen, maar ik heb nog niet eens ontbeten!

Streven jullie ook naar een hoog cijfer of nemen jullie genoegen met een zesje?

We hebben geen hondenriem, dus we kunnen niet wandelen met de hond.

extra oefenen: voor de E-toets

Noteer de persoonsvormen en het voegwoord(en)

voorbeeld

Al mijn vrienden zijn al verliefd, maar ik moet de ware nog ontmoeten!

pv 1 zijn

pv 2 moet

voegwoord maar

Noteer de persoonsvormen en de voegwoord(en)

Wanneer je langdurig pijn hebt, moet je naar de huisarts gaan.

Noteer de persoonsvormen en de voegwoord(en)

Ze at haar pizza op, terwijl ze tv zat te kijken.

Noteer de persoonsvormen en de voegwoord(en)

Hoewel het weinig uitmaakt, zou ik toch voor dit type spijker kiezen.

Noteer de persoonsvormen en de voegwoord(en)

Je kunt wel zien, dat hij gek op haar is.

Noteer de persoonsvormen en de voegwoord(en)

Zoals de agent al aangegeven had, kreeg Nicolette een bekeuring van 30 eruo.

Noteer de persoonsvormen en de voegwoord(en)

Ik ga naar de markt, omdat ik appels wil kopen.

Noteer de persoonsvormen en de voegwoord(en)

Als het regent, hoef je niet naar school.

Noteer de persoonsvormen en de voegwoord(en)

Ik vind het niet aardig dat je dat zegt, maar je hebt wel een beetje gelijk.

extra oefenen: voor de E-toets

Vul de juiste werkwoordvorm in en benoem het werkwoord.

Voorbeeld

Michael heeft de hele avond met Marieke ... (flirten)

geflirt VD

Dit soort onkosten ....we niet.(vergoeden)

Deze week hebben we een opdracht over een ...student.(uitloten)

Waarom ... je dat nog? (verbazen)

De ...minister-president probeerde zich in een interview te verdedigen. (afzetten)

Vorige maand ... hij nog iedere dag op school te komen. (beloven)

Jij bent niet goed ... . (informeren)

Jij ... volgens mij niet zo van dit vak. (houden)

Hij ... zijn vriendin altijd met lekker eten. (verwennen)

Die man heeft me nooit iets ... (verwijten)

Ik geloof niet dat de ... foto duidelijker is. (vergroten)

Mijn vriend ... dat een goed idee. (vinden)

De tuchtrechter heeft advocaat Bram Moszkowicz levenslang ... . (royeren)

Heb jij dat filmpje van de presentatie al ... . (uploaden)

Bram Moszkowicz mag van de Raad van Discipline het vak van advocaat niet meer ... (uitoefenen)

In Enschede hebben ze veel ... wegen. (verbreden)

De wegwerkers ... vorig jaar ook veel wegen in Hengelo. (verbreden)

Hij ... vorig jaar om alle domme grapjes die werden verteld. (lachen)

Van mijn oma heb ik deze mooie armband ... (erven)

Ik heb mijn adressenbestand per ongeluk ... .(deleten)