wk 44: les 1

Donderdag 4 november - G2b
  • 10 minuten stillezen
  • Heeft iedereen nu een leesboek voor de opdracht?
  •  Werkwoordspelling: samengesteld/enkelvoudig, 5 werkwoordsvormen
  • Aan de slag!



timer
10:00
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Donderdag 4 november - G2b
  • 10 minuten stillezen
  • Heeft iedereen nu een leesboek voor de opdracht?
  •  Werkwoordspelling: samengesteld/enkelvoudig, 5 werkwoordsvormen
  • Aan de slag!



timer
10:00

Slide 1 - Slide

Vorige les heb je...
...de regels van werkwoordspelling herhaald.
...geleerd hoe de fictie-opdracht eruit ziet.

Slide 2 - Slide

Deze les ga je...
...de regels van werkwoordspelling herhalen.
...leren wat een samengestelde zin is.

Slide 3 - Slide

Samengestelde zinnen
  • Wat zijn de persoonsvormen?
  • Welke onderwerpen horen er bij die persoonsvormen?
  • Wat is het voegwoord?

Wij willen voetballen, maar zij tennissen liever.


Slide 4 - Slide

Samengestelde zinnen
  • Wat zijn de persoonsvormen?
  • Welke onderwerpen horen er bij die persoonsvormen?
  • Wat is het voegwoord?

Wij willen voetballen, maar zij tennissen liever.


Slide 5 - Slide

5 werkwoordsvormen
  • Persoonsvorm (tegenwoordige tijd en verleden tijd)
  • Infinitief
  • Voltooid deelwoord
  • Onvoltooid deelwoord
  • (voltooid deelwoord als) bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Slide

Samen oefenen
Ik snap niet dat hij haar nog steeds (vertrouwen).

  • Samengesteld of enkelvoudige zin?
  • Pv ja/nee?
  • Werkwoordsvorm?
  • Juiste schrijfwijze?

Slide 7 - Slide

Samen oefenen
Je moet je werk op tijd (inleveren) hebben.

  • Samengesteld of enkelvoudige zin?
  • Pv ja/nee?
  • Werkwoordsvorm?
  • Juiste schrijfwijze?

Slide 8 - Slide

Samen oefenen
(Huilen) verliet de leerling de klas, omdat hij een onvoldoende had gekregen.

  • Samengesteld of enkelvoudige zin?
  • Pv ja/nee?
  • Werkwoordsvorm?
  • Juiste schrijfwijze?

Slide 9 - Slide

Aan de slag!
Maak de opdrachten over werkwoordspelling op de volgende slides.

Slide 10 - Slide

Noteer alle persoonsvormen:

In de laatste bergetappe van de Ronde van Frankrijk moet Tom Dumoulin eigenlijk wel aanvallen, want anders gaat hij de gele trui niet meer winnen.

Slide 11 - Open question

Noteer de onderwerpen die bij die persoonsvormen horen:

In de laatste bergetappe van de Ronde van Frankrijk moet Tom Dumoulin eigenlijk wel aanvallen, want anders gaat hij de gele trui niet meer winnen.

Slide 12 - Open question

Noteer het voegwoord:

In de laatste bergetappe van de Ronde van Frankrijk moet Tom Dumoulin eigenlijk wel aanvallen, want anders gaat hij de gele trui niet meer winnen.

Slide 13 - Open question

Noteer alle persoonsvormen:

Tijdens een cruise zit je wel erg lang op een boot, maar gelukkig kun je dan wel onbeperkt eten en drinken.

Slide 14 - Open question

Noteer de onderwerpen die bij die persoonsvormen horen:

Tijdens een cruise zit je wel erg lang op een boot, maar gelukkig kun je dan wel onbeperkt eten en drinken.

Slide 15 - Open question

Noteer het voegwoord:

Tijdens een cruise zit je wel erg lang op een boot, maar gelukkig kun je dan wel onbeperkt eten en drinken.

Slide 16 - Open question

Noteer alle persoonsvormen:

Doordat bijna de hele basisopstelling na de transferperiode veranderd is, verandert het spel van Sparta waarschijnlijk radicaal.

Slide 17 - Open question

Noteer de onderwerpen die bij die persoonsvormen horen:

Doordat bijna de hele basisopstelling na de transferperiode veranderd is, verandert het spel van Sparta waarschijnlijk radicaal.

Slide 18 - Open question

Noteer het voegwoord:

Doordat bijna de hele basisopstelling na de transferperiode veranderd is, verandert het spel van Sparta waarschijnlijk radicaal.

Slide 19 - Open question

Werkwoordspelling
We gaan nu samengestelde zinnen combineren met de regels voor werkwoordspelling. Lees de slides met uitleg eerst nog door als je de regels niet meer precies kent.

We gaan verder met de het (voltooid deelwoord als) bijvoeglijk naamwoord.

Slide 20 - Slide

(voltooid deelwoord als) bijvoeglijk naamwoord
(voltooid deelwoord als) bijvoeglijk naamwoord (bnw) - Schrijf je zo kort mogelijk. Je maakt eerst het vdw, daarna voeg je (meestal) alleen een -e toe.
De pizza is verbrand.                   De verbrande pizza
Het huiswerk is gemaakt.         Het gemaakte huiswerk

Let op!
De bananen zijn verrot.        De verrotte bananen.
De kinderen zijn gered.        De geredde kinderen.
De weg is verbreed.               De verbrede weg. (zo kort mogelijk)
De foto's zijn vergroot.         De vergrote foto's. (zo kort mogelijk)
De route is gelopen.              De gelopen route. (-n laten staan, want er staat ook een -n in het vdw)



Slide 21 - Slide

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:

De (straffen) gevangene kwam eerder vrij wegens goed gedrag.

Slide 22 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:

We kijken terug op een (slagen) vakantie.

Slide 23 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:

Het (verbreden) fietspad bij school is nu een stuk veiliger.

Slide 24 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:

Met het (ophalen) geld kunnen er nieuwe spullen worden gekocht voor het goede doel.

Slide 25 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:

De (haten) dictator werd na jaren van strijd eindelijk afgezet door de bevolking.

Slide 26 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:

De (lopen) route door het bos was erg mooi.

Slide 27 - Open question

Vul de juiste vormen van het werkwoord in:

De (redden) mijnwerkers waren blij toen ze eindelijk uit de (instorten) mijn waren gered.

Slide 28 - Open question

Vul de juiste vormen van het werkwoord in:

Gisteren heb ik de (vergroten) foto's van de photoshoot opgehaald bij de fotograaf.

Slide 29 - Open question

Dit vind ik nog moeilijk aan werkwoordspelling bij samengestelde zinnen...

Slide 30 - Open question

Einde van deze les
Je mag verder lezen in je leesboek of werken
aan je elevator pitch.

Slide 31 - Slide