samenvatting blok 1 mavo

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Onderdelen toets blok 1

- fictie

- grammatica

- spelling

- over taal

- lezen

- spreken, kijken en luisteren

fictie

Tips om boeken te kiezen naar jouw leessmaak:

- lees de titel

- bekijk het omslag

- Lees de flaptekst

- Lees de eerste twee bladzijden

- Vraag anderen om tips.

kenmerken gedicht:

- veel witregels, regels staan niet vol

- regels staan vaak in groepjes bij elkaar

- in gedichten komt soms rijm voor

Grammatica

- werkwoorden zijn doe-woorden

- je hebt werkwoorden in enkelvoud en meervoud

enkelvoud: Mijn moeder werkt in de supermarkt.

meervoud: mijn ouders werken in de supermarkt.

Tip; twijfel je of iets een werkwoord is, probeer dan of je het kunt vervoegen.

Grammatica 

- zin in stukjes knippen, noemen we --> zinsontleding

- ieder woord benoemen, noemen we --> woordsoortbenoeming

Spelling

- klinkers kun je uitspreken: a, e, o, u, i

Er zijn korte klanken en lange klanken.

Bij korte klanken staat er één klinker: bank, bed, lamp

Bij lange klanken staan er twee klinkers: feest, kaart, boot, stuur

- medeklinkers kun je niet alleen uitspreken, wel met een klinker erachter: mee, pa, in

- sommige woorden hebben zowel lange- als korte klanken: lantaarn, alleen, kantoor

Spelling

verschil stam en ik-vorm

stam = hele werkwoord -en,        ik-vorm is net soms even anders.

hele ww = lopen. stam = lop.       ik-vorm = loop

Spelling 

- je moet weten wanneer je de au of ou gebruikt. Hier zijn geen regels voor.

Oefen hier: https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-au-of-ou/

Hetzelfde geldt voor de ij en ei.

Oefen hier: https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-ei-of-ij/ 

Over taal

schooltaalwoorden = woorden die je alleen op school gebruikt. 

                                     stappenplan moeilijke woorden: 

alfabetische volgorde= volgorde woorden in het

 woordenboek volgens alfabet. Kijk eerst naar de

 1e letter, is die hetzelfde, kijk je naar de 2e letter.

banaan 

bed

Schooltaalwoorden

alfabetiseren + betekenis

Lezen

Leesdoel = Wat is de bedoeling van de lezer?

Tekstdoel= wat wil de schrijver bereiken met zijn/haar tekst?

Iedere tekst heeft ook een tekstdoel:

- informeren: de schrijver wil de lezer iets nieuws vertellen.

- overhalen: de schrijver wil de lezer aansporen iets te gaan doen.

- amuseren: de schrijver wil de lezer vermaken door iets grappigs of boeiends te vertellen.

Lezen, publiek

Spreken, kijken en luisteren

drie verschillende soorten gesprekken:

- monoloog: iemand praat alleen

- dialoog: gesprek met z'n tweeën

- groepsgesprek: gesprek met drie of meer mensen

alleen kader: in je boek staat nog directe rede, dit krijg je niet op de toets.

Gebruik van je stem

Het gebruik van je stem wordt door meerdere dingen bepaald:

- toonhoogte: hoe hoog of laag je stem is

- volume: hoe hard of zacht je stem is

- intonatie: met welk gevoel je praat, zoals angstig of vrolijk

- tempo: hoe snel of langzaam je praat

Leestekens