1kbb maandag 29 maart

Maandag
29 maart 2021
Welkom!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Maandag
29 maart 2021
Welkom!

Slide 1 - Slide

Vandaag: 

  • Doel van de les
  • Terugblik zelfstandig naamwoord en lidwoord
  • Huiswerk bespreken
  • Paragraaf spelling
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting les

Slide 2 - Slide

Doel van de les
Na deze les:


Weet je wat een zelfstandig naamwoord is 
Weet je wat een lidwoord is




Slide 3 - Slide

Terugblik
Wat is een zelfstandig naamwoord ook alweer?

En een lidwoord?


Slide 4 - Slide

Lidwoorden
Er zijn drie lidwoorden: de, het, een.
Lidwoorden horen bij zelfstandige naamwoorden.
Het lidwoord een kun je bijna altijd gebruiken.

Bij het meervoud hoort altijd de.
Voorbeeld: de krant – een krant – de kranten
                    het potlood – een potlood – de potloden

Slide 6 - Slide

Huiswerk bespreken
3.7 grammatica lidwoorden opdrachten bij theorie

Slide 7 - Slide

Paragraaf 3.8: spelling
Weet je het nog?

1. Korte klank: hoor je een klinker? Dan schrijf je 2 medeklinkers
     Bijvoorbeeld: plassen, netten, bollen, bevatten
2. Lange klank: hoor je 2 dezelfde klinkers? Dan schrijf je 1 klinker
    Bijvoorbeeld: zagen, laten, praten, varen

Slide 8 - Slide

Korte klank of lange klank?
A
Uitlaten
B
Uitlaaten

Slide 9 - Quiz

Korte klank of lange klank?
A
Verlammen
B
Verlamen

Slide 10 - Quiz

Ik heb .... niet zo goed geslapen
A
vannacht
B
vanacht

Slide 11 - Quiz

De ..... zijn al heel erg oud
A
vulkaanen
B
vulkanen

Slide 12 - Quiz

De treinen rijden over verschillende...
A
spooren
B
sporen

Slide 13 - Quiz

Zelf aan de slag
Wat
Paragraaf 3.7 afmaken, lidwoorden: opdrachten tot en met 19.2
Hoe
Zelfstandig
Hulp nodig?
Vraag de docent
Hoe lang
15 minuten
Klaar?
Verder met paragraaf 3.8, spelling: opdrachten 20 en 21. Klaar? Gotit
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Afsluiten

* Wat is een lidwoord?
* Wat zijn de spellingsregels?
* Huiswerk:

  Paragraaf 3.8, spelling: opdracht 20 en 21

Slide 15 - Slide