2. Een bezit, het is van iemand.
Alleen als de naam eindigt op een klinker!! (a, o, u, i, y, e,)
Bijvoorbeeld: Anja's tablet, Ivo's jas, (maar Kevins jas, Peters computer)
Let op: eindigt het woord op een s-klank, dan schrijf je alléén een apostrof.
Felix' vrienden (de vrienden van Felix) en dus niet Felix's vrienden
Bas' voetbalteam (het voetbalteam van Bas) en dus niet: Bas's voetbalteam