Les 74 figuurlijk taalgebruik

Heb jij ooit vlinders in
je buik gehad?
A
ja
B
nee
1 / 19
next
Slide 1: Quiz

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Heb jij ooit vlinders in
je buik gehad?
A
ja
B
nee

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Het programma 
het lesdoel
uitleg les 74
Oefenen in LessonUp 
terugkoppeling lesdoel 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Het lesdoel 
Aan het einde van de les weet ik wat het verschil is tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Figuurlijk of letterlijk?
Ik smelt bijna...
A
figuurlijk
B
letterlijk

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Figuurlijk of letterlijk?
Ik ben er verslagen van.
A
figuurlijk
B
letterlijk

Slide 10 - Quiz

Betekent: ik ben er kapot van 
Figuurlijk of letterlijk?
Ik heb een gat in mijn hand.
A
figuurlijk
B
letterlijk

Slide 11 - Quiz

Betekent: ik ben er kapot van 
Figuurlijk of letterlijk?
Kijk naar die appels, ze zijn allemaal uit de boom gevallen.
A
figuurlijk
B
letterlijk

Slide 12 - Quiz

Betekent: ik ben er kapot van 
Figuurlijk of letterlijk?
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
A
figuurlijk
B
letterlijk

Slide 13 - Quiz

Betekent: ik ben er kapot van 
Figuurlijk of letterlijk?
Hij moet een schop onder zijn kont hebben.
A
figuurlijk
B
letterlijk

Slide 14 - Quiz

Betekent: ik ben er kapot van 
Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen figuurlijk en letterlijk taalgebruik.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Vul het juiste woord in:
Hij werkt zo hard als een ____________
A
leeuw
B
paard
C
olifant
D
beer

Slide 16 - Quiz

Betekent: ik ben er kapot van 
Vul het juiste woord in:
Zij is zo sterk als een ____________
A
leeuw
B
paard
C
olifant
D
beer

Slide 17 - Quiz

Betekent: ik ben er kapot van 
Vul het juiste woord in:
____________ bijten niet.
A
miauwende katten
B
vliegende vogels
C
blaffende honden
D
piepende muizen

Slide 18 - Quiz

Betekent: ik ben er kapot van 
Is het lesdoel behaald? 
Aan het einde van de les weet ik wat het verschil is tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions