Samenstellingen en verwijswoorden

Opdracht
  • Je krijgt zo drie woorden. 
  • Maak met deze woorden zoveel mogelijk woorden. Dat doe je op de volgende manier:
    woord = deur
    - keukendeur
    - deurklink
    - achterdeur
  • Wie maakt de meeste woorden?
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Opdracht
  • Je krijgt zo drie woorden. 
  • Maak met deze woorden zoveel mogelijk woorden. Dat doe je op de volgende manier:
    woord = deur
    - keukendeur
    - deurklink
    - achterdeur
  • Wie maakt de meeste woorden?

Slide 1 - Slide

Maak zoveel mogelijk woorden met de volgende woorden:
1. fiets
2. tafel
3. schoen
timer
3:00

Slide 2 - Open question

Hoe noem je de woorden die je net gemaakt hebt?

Slide 3 - Open question

Uit welke woorden bestaat de volgende samenstelling: anderhalvemetersamenleving?

Slide 4 - Open question

Welk woord maakt de samenstellingen compleet?
.......vraag
hoofd........
.......stijging

Slide 5 - Open question

Welk woord maakt de samenstellingen compleet?
land........
........lezer
speel......

Slide 6 - Open question

Welk woord maakt de samenstellingen compleet?
.......schotel
maan........
......dromen

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Vul aan:
De man ….. daar zit, leest het boek ….. op tafel ligt.
De sleutels …… daar liggen, zijn van mij.
Ylana schrijft …… verhaal en Bram leest….. boek.

Slide 9 - Open question

Opdracht
  • Maak opdracht 38, blok 4, Over taal
  • Lees daarna de theorie over verwijswoorden
  • Maak vervolgens opdracht 39, blok 4, Over taal 

Slide 10 - Slide