De pretérito perfecto

Pretérito perfecto
(voltooid deelwoord)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Pretérito perfecto
(voltooid deelwoord)

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
  • De signaalwoorden herkennen
  • De pretérito perfecto maken door haber + werkwoord te vervoegen

Slide 2 - Slide

Wat weet je al over de pretérito perfecto?

Slide 3 - Mind map

Wanneer gebruik je de pretérito perfecto?
  • gebeurtenissen verleden
  • nog steeds relevant zijn voor het heden

Slide 4 - Slide

Signaalwoorden
  • Hoy, esta tarde, este mes...
  • Todavía no, muchas veces, nunca

Slide 5 - Slide

Hoe maak je de pretérito perfecto?
Stap 1: hulpwerkwoord "haber"

Yo
he
Tú 
has
Él/Ella/Usted
ha
Nosotros/as 
hemos
Vosotros/as
habéis
Ellos/Ellas/Ustedes
han

Slide 6 - Slide

Hoe maak je de pretérito perfecto?
Stap 2 (Regelmatige werkwoorden):
- ar             + ado
- er             + ido
- ir               + ido

Slide 7 - Slide

Stap 1 en 2 samen

Slide 8 - Slide

Onregelmatige werkwoorden
Ver (zien) -> visto 
Hacer (doen) -> hecho 
Decir (zeggen) -> dicho 
Escribir (schrijven) -> escrito 
Ser (zijn) -> sido 
Poner (zetten/ aandoen) -> puesto 

Slide 9 - Slide

Oefenen
  1. Yo ______  (comer)
  2. Juan y tú ______  (vivir)
  3. Mila y yo ______ (cocinar)
  4. Ricardo y Vera ______ (poner)
  5. Ella ______ (decidir)

Slide 10 - Slide

Oefenen
  •  Maak 5 zinnen over wat je afgelopen week/weekend/ vakantie hebt gedaan. Gebruik hiervoor in elke zin een signaalwoord en de pretérito perfecto.
  • Minimaal 2 onregelmatige werkwoorden gebruiken.

Slide 11 - Slide