2HV Lezen H2

Welkom 2E!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom 2E!

Slide 1 - Slide

Deze les...

- Stil lezen
- Terugblik Lezen H1
- Doelen doornemen
- Herhaling tekstverbanden klas 1
- Uitleg tekstverbanden Lezen H2
- Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Stil lezen
Pak je boek
en kruip
in het verhaal!
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Terugblik Lezen H1
Hoe gingen de opdrachten?
Heb je nog vragen?

Heel kort herhalen

Slide 4 - Slide

hoofd- en bijzaken
hoofdzaken:
de belangrijkste informatie in een tekst -> vind je vaak op voorkeursplaatsen (inleiding of slot)

bijzaken:
informatie die niet (minder) zo belangrijk is

Slide 5 - Slide

kernzin
  • hoofdzaak van een alinea 
  • vaak eerste of laatste zin van de alinea
  • soms tweede zin, eerste zin vormt dan een verband met de vorige alinea('s).

Slide 6 - Slide

Schema van een tekst maken
  1. Lees de tekst goed door.
  2. Onderstreep de hoofdzaken: let op de voorkeursplaatsen en kijk naar opvallend gedrukte woorden.
  3. Noteer de belangrijkste informatie uit de tekst:
    - opsomming: gebruik nummers, puntjes of streepjes 
    - tegenstelling: gebruik pijltjes <->

Slide 7 - Slide

Samenvatting maken
  1. Lees de tekst goed door.
  2. Onderstreep de hoofdzaken: let op de voorkeursplaatsen en kijk naar opvallend gedrukte woorden.
  3. Neem kernzinnen en andere hoofdzaken over. Maak er een samenhangend geheel van. Gebruik signaalwoorden om verbanden aan te geven.

Slide 8 - Slide

Lezen H2
Tekstverbanden en signaalwoorden

Boek (blz. 42) en schrift

Slide 9 - Slide

Lesdoelen
- Ik kan chronologische, opsommende, tegenstellende en toelichtende tekstverband in een tekst herkennen 
(herhaling klas 1)
- Ik kan concluderende, redengevende en oorzakelijke verbanden in een tekst herkennen.

Slide 10 - Slide

Tekstverbanden klas 1
- Chronologie (tijd)
- Opsomming
- Tegenstelling
- Toelichting (voorbeeld)

Dit jaar leer je er nog meer.

Slide 11 - Slide

Welke signaalwoorden horen bij een opsommend verband?
A
toch, maar, echter, daarentegen
B
ten eerste, daarnaast, ook, bovendien
C
verder, daarna, toen, vervolgens
D
bijvoorbeeld, neem nou, denk aan

Slide 12 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij een tegenstellend verband?
A
toch, maar, echter, daarentegen
B
ten eerste, daarnaast, ook, bovendien
C
verder, daarna, toen, vervolgens
D
bijvoorbeeld, neem nou, denk aan

Slide 13 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij een toelichtend verband?
A
toch, maar, echter, daarentegen
B
ten eerste, daarnaast, ook, bovendien
C
verder, daarna, toen, vervolgens
D
bijvoorbeeld, neem nou, denk aan

Slide 14 - Quiz

Eerst hebben we wiskunde, daarna Duits en ten slotte geschiedenis.
A
chronologie
B
opsomming
C
tegenstelling
D
toelichting

Slide 15 - Quiz

Voor zijn verjaardag kreeg Jack veel cadeaus, zoals boeken, bordspelletjes en cadeaubonnen.
A
chronologie
B
opsomming
C
tegenstelling
D
toelichting

Slide 16 - Quiz

We gaan zwemmen! Ten eerste omdat dat erg leuk is, maar ook omdat het goed is voor je conditie.
A
chronologie
B
opsomming
C
tegenstelling
D
toelichting

Slide 17 - Quiz

De docent zei dat de toets moeilijk zou zijn, maar dat viel enorm mee.
A
chronologie
B
opsomming
C
tegenstelling
D
toelichting

Slide 18 - Quiz

Nieuwe tekstverbanden
- Concluderend: trekt een conclusie uit eerdere informatie
   dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al
- Redengevend: geeft aan waarom iemand iets doet/vindt
   omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, dankzij
- Oorzakelijk: geeft aan waardoor iets gebeurt (buiten iemands wil)
   doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij

- Let op! Sommige signaalwoorden komen bij meerdere verbanden voor!

Slide 19 - Slide

De weg is spiegelglad. Daarom lopen de kinderen heel voorzichtig naar school.
A
concluderend
B
redengevend
C
oorzakelijk

Slide 20 - Quiz

De weg is spiegelglad. Daardoor gaan veel fietsers op de brug onderuit.
A
concluderend
B
redengevend
C
oorzakelijk

Slide 21 - Quiz

Je kunt dus wel stellen dat er de laatste jaren veel is veranderd.
A
concluderend
B
redengevend
C
oorzakelijk

Slide 22 - Quiz

Max' buurjongen is fanatiek aan het drummen. Daarom doet Max oordoppen in.
A
concluderend
B
redengevend
C
oorzakelijk

Slide 23 - Quiz

Ezra bakt iedere zaterdag cupcakes, omdat ze die zo lekker vindt.
A
concluderend
B
redengevend
C
oorzakelijk

Slide 24 - Quiz

Max' buurjongen is fanatiek aan het drummen. Daardoor kunnen ze elkaar bij Max thuis niet verstaan.
A
concluderend
B
redengevend
C
oorzakelijk

Slide 25 - Quiz

Aan de slag!
Uit het HV-boek: Lezen H2, opdr. 1 t/m 5, blz. 42-47
Tip: Markeer belangrijke delen (kernzinnen, signaalwoorden) 
op het stencil.

We maken opdracht 1 samen:
Klaar? Dan zelfstandig verder werken

Slide 26 - Slide