wk.46 Grammatica WS/Werkwoordspelling

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:

lesboek, laptop,
schrift en etui

1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:

lesboek, laptop,
schrift en etui

Slide 1 - Slide

Toets Cursus 7 / Cursus 5
Leer de theorie en oefen digitaal met trainen en oefentoetsen.
BK:      Cursus 7 Werkwoordspelling:
             par. 9 t/m 12
             Cursus 5 Grammatica Woordsoorten
             par. 1, 3, 5 en 7
KT:      Cursus 7 Werkwoordspelling:
             par. 9 t/m 13
            Cursus 5 Grammatica Woordsoorten
            par. 1, 3, 5 en 7



Slide 2 - Slide

Toets ww.spelling/grammatica woordsoorten


  • pvtt   ontdooien
  •  Het ijs in de sloot  ................  snel.
  • Het ijs in de sloot ontdooit snel.

  • vd   ontdooien
  • Het ijs in de sloot is snel ............... .
  • Het ijs in de sloot is snel ontdooid.

Slide 3 - Slide

Grammatica woordsoorten
  • Noem een  zelfstandignaamwoord 
  • Noem een bijvoeglijknaamwoord
  • Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
  • De lidwoorden
  • Werkwoorden
  • Voegwoorden
  • Persoonlijk voornaamwoord
  • Bezittelijk voornaamwoord
  • Maak een mooie zin met zoveel mogelijk woordsoorten!!

Slide 4 - Slide

Toets Cursus 7 / Cursus 5
Leer de theorie en oefen digitaal met trainen en oefentoetsen.
BK:      Cursus 7 Werkwoordspelling:
             par. 9 t/m 12
             Cursus 5 Grammatica Woordsoorten
             par. 1, 3, 5 en 7
KT:      Cursus 7 Werkwoordspelling:
             par. 9 t/m 13
            Cursus 5 Grammatica Woordsoorten
            par. 1, 3, 5 en 7



Slide 5 - Slide

Periode 1
  • Week 46:                          Grammatica WS / Werkwoordspelling
  • Week 47:                         Toets Spelling werkwoorden en Grammatica 

Slide 6 - Slide

Lesplanning

1. Instructie voegwoord/ werkwoordalarm
2. Zelfstandig werken aan de opdrachten
3. Informatieve tekst inleveren




Slide 7 - Slide

Doelen
Aan het einde van deze les

- je herkent het voegwoord in de zin
- je herkent het werkwoord als pv of als vd in de zin
- je kent de spelling van de werkwoorden en werkwoordschema


Slide 8 - Slide

Log in bij deze Lesson up!

Slide 9 - Slide

Voegwoorden

Slide 10 - Slide

Voegwoorden
  • Voegwoorden zijn een soort cement.
  • Je kunt met voegwoorden zinnen aan elkaar plakken.

Slide 11 - Slide

Voegwoorden
  • 'Voegen' / verbinden woorden, woordgroepen, zinnen en alinea's  
  • Je kent ze als signaalwoorden in teksten!
  • opsomming: en, of, ook, bovendien ......
  • tijdsvolgorde: eerst,  toen, nu, .............
  • voorbeeld: zo, zoals, bijvoorbeeld, ..............

Slide 12 - Slide

Noteer het voegwoord:
Romy leest haar e-mail, terwijl ze een broodje eet.

Slide 13 - Open question

Noteer het voegwoord:
De minister liep snel langs de journalisten, want hij wilde geen vragen beantwoorden.

Slide 14 - Open question

WERKWOORDALARM
Sommige werkwoorden zijn lastig.

Bij deze werkwoorden klinken de persoonsvorm en het voltooid deelwoord hetzelfde. Je schrijft ze alleen op een andere manier.

Om welke woorden gaat het?

Slide 15 - Slide

WERKWOORDALARM
Dit gaat om woorden waarvan het hele werkwoord begint met ge-, be-, ver- over- of ont-.

Ontdooien
Overleven
Verkleden
Gebeuren

Slide 16 - Slide

WERKWOORDALARM
Is het werkwoord de persoonsvorm? 

vraagproef + tijdproef

Dan schrijf je het met een -T

ontdooit - overleeft - verkleedt - gebeurt

Slide 17 - Slide

Hij geloof... in mij.
A
geloofd
B
gelooft

Slide 18 - Quiz

Hij geloof... in mij.
Gelooft is in deze zin ......
A
pv
B
vd

Slide 19 - Quiz

Hij verander... zijn antwoorden op het laatste moment.
A
verandert
B
veranderd

Slide 20 - Quiz

Hij verander... zijn antwoorden op het laatste moment.
'Verandert' is in deze zin ....
A
pv
B
vd

Slide 21 - Quiz

Hij heeft zijn antwoorden op het laatste moment verander....

A
verandert
B
veranderd

Slide 22 - Quiz

Hij heeft zijn antwoorden op het laatste moment verander....
'Veranderd' is in deze zin ....
A
pv
B
vd

Slide 23 - Quiz

Mijn moeder heeft beloof... dat we vanavond patat eten.
A
belooft
B
beloofd

Slide 24 - Quiz

Mijn moeder heeft beloof... dat we vanavond patat eten.
'Beloofd' is een ......
A
pv
B
vd

Slide 25 - Quiz

VD
PV
gebeurt
besteld
veroordeelt
vermeld
berekend
ontvoerd
herhaalt
ontvoert

Slide 26 - Drag question

Voegwoord

Slide 27 - Slide

Huiswerk vrijdag 15 november
Cursus 5 Grammatica WS:  par. 1, 3 en 5  
BK: Maak in Cursus 5, Grammatica WS, 
par. 5 voegwoord en par. 7 Mixopdrachten
Maak in Cursus 7. Spelling, par. 11, Werkwoordalarm
KT
Maak in Cursus 5, Grammatica WS, par. 3 voegwoord en par. 7
Maak in Cursus 7. Spelling, par. 12, Werkwoordalarm

Slide 28 - Slide