wk 45 Grammatica Woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom 

Nederlands

Je legt klaar:

lesboek, laptop,

schrift en etui

Tekst

Periode 1

• Week 45:                        Fictiedossier inleveren
•                                            Oefenen en leren van werkwoordspelling en                                                               Grammatica Woordsoorten
• Week 46:                                   ,,                                  ,,
• Week 47:                         Toets Spelling werkwoorden en Grammatica 

Lesplanning

1. Instructie Grammatica Woordsoorten, par. 3 (BK)/par. 5 (KT)

2. Zelfstandig werken aan huiswerk

3. Vragen fictiedossier

Lesboek         Inhoud voor toets

Markeer  in Cursus 7:

BK: par. 9 t/m 12

KT: par. 10 t/m 13

Markeer in Cursus 5:

BK: par. 1, 3, 5, 7

KT: par. 1, 3, 5, 7

Doelen

Aan het einde van deze les

- BK: kun je het bijvoeglijk naamwoord herkennen

- KT:  kun je het persoonlijk en bezittelijk 

         voornaamwoord herkennen

Grammatica woordsoorten

• Je leert de woordsoort van elk woord.
• Dit is handig voor .....:
• je weet de plek van de woorden in de zin.
• hoe je iets duidelijker kunt beschrijven.
• de woorden tot zinnen kan voegen.
• het leren van een andere vreemde taal. 

Bijvoeglijk naamwoord.

Bijvoeglijk naamwoord

auto

de snelle auto

de glimmende auto

de rode auto

de gave auto

Welke woordsoorten ken je al?

• Werkwoorden 
• rennen, lezen, zwemmen, voetballen etc.   .....
• Zelfstandige naamwoorden
• kast, pen, vriendschap, beloning, toets etc. ......
• Lidwoorden
• de, het, een
• Voorzetsel
• op, in, achter, naast, tijdens etc. ......

apps.noordhoff.nl

apps.noordhoff.nl

Je leert vandaag ....

het bijvoeglijk naamwoord

-lekkere

-mooie

-gestreepte

-rode

-lieve

-warme

apps.noordhoff.nl

bijvoeglijk naamwoord

• bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
•  je weet dan meer over het zelfstandig naamwoord.
• Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt waarvan een zelfstandig naamwoord is gemaakt.

Persoonlijk en bezittelijk vnw.

Persoonlijk en bezittelijk vnw.

• Hoe spreek je over jezelf en  andere personen, dieren en dingen?
• Jij,  hij,  zij,  het, wij, jullie,  zij
• 
  
• Wij hadden vorige week vakantie. En jullie?
• Wij , jullie

Persoonlijk en bezittelijk vnw.

• Van wie is het een bezit?
• Laat jouw tas niet overal slingeren!
• jouw  = bez. vnw.
• Dit is zijn tas.
• zijn = bez. vnw.

Huiswerk 

Cursus 5 Grammatica Woordsoorten

BK:  par. 1 herhaling WS leerjaar 1

         par. 3 bijvoeglijk naamwoord

KT: par. 1 herhaling WS leerjaar 1

        par. 5 persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

TH :oar. 3 voegwoord

         par. 7 aanwijzend voornaamwoord

Maak de opdrachten die voor jou klaar staan (digitaal)

Score < 80%, laat de opdracht weer open zetten en verbeter jezelf!

persoonlijk en bezittelijke voornaamwoorden

apps.noordhoff.nl

Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

• Persoonlijk voornaamwoord                         persoon, dier of ding

 Wij keken naar de hardloopwedstrijd.

Hij moet hier aan de lijn.

Ik heb het ingepakt.

• Bezittelijk voornaamwoord          van wie is het
• Jullie huis, 
• Onze klas, 
• Jouw schoen

Een overzicht van persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden, blz. 210.

Huiswerk vrijdag 8 november

KT:

par. 1 herhaling WS leerjaar 1

par. 5 persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Maak de opdrachten die voor jou klaar staan (digitaal)

Score < 80%, laat de opdracht weer open zetten en verbeter jezelf!