2bkt1, cursus 5 grammatica, WS aanwijzend en vragend voornaamw.

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:

-leesboek
-lesboek, schrift + pen
-laptop (dicht)
timer
2:30
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:

-leesboek
-lesboek, schrift + pen
-laptop (dicht)
timer
2:30

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Lezen
  • Lesdoelen
  • Terugblik: grammatica/ 
  • aanwijzend en vragend voornaamwoord
  • Uitleg: toets grammatica (c5) en spelling (c7)
  • Zelfstandig werken
  • Evaluatie les

Slide 2 - Slide

timer
8:00

Slide 3 - Slide

#boekpraat
*Wat is de titel en de schrijver van je boek?

*Waar speelt het verhaal zich af?

*Wat zou jij de schrijver als tip willen geven? 

Slide 4 - Slide

Lesdoel

Ik kan een voegwoord, een persoonlijk en een bezittelijk voornaamwoord in de zin herkennen (bk/kt).

Ik kan aanwijzende en vragende voornaamwoorden herkennen (th).


Slide 5 - Slide

Woordsoorten, ken jij ze nog?
Welke woordsoorten heb je in leerjaar 1 geleerd?
lw = lidwoord (de, het, een)
zn = zelfstandig naamwoord (mens, dier of ding)
bn= bijvoeglijk naamwoord (zegt iets van het zn)
ww = werkwoord (een doe- woord, handeling)
vz= voorzetsel (op, onder, tussen, boven, naast,enz.)

Slide 6 - Slide

Voegwoorden
Een voegwoord plakt woorden of zinnen aan elkaar.
• twee woorden met een voegwoord ertussen:
Wil je een kroket of een frikandel bij je patat?

* twee zinnen met een voegwoord ertussen:
Wil je een ijsje of heb je liever een broodje hamburger?


Slide 7 - Slide

Voegwoorden zijn:
Bijvoorbeeld: en, of, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, dus.

Slide 8 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord

Bekijk de zin: Deze rugzak vind ik veel handiger dan dat koffertje.

In deze zin zijn Deze en dat aanwijzende voornaamwoorden. 

Slide 9 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw) wijst meestal een mens, een dier of een ding aan: deze jongen, dat varken, die jurk. Dit zijn de aanwijzende voornaamwoorden:
deze, die, dat, dit, zulk(e), zo’n, dergelijk(e), zelf, hetzelfde, dezelfde.

Slide 10 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord kan voor een zelfstandig naamwoord staan, maar het kan ook alleen staan. In dat geval kun je het zelfstandig naamwoord er soms achter denken:

Joran kreeg een horloge voor zijn verjaardag en hij vond dat (horloge) het mooiste cadeau.


Slide 11 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord kan ook terugwijzen naar een hele zin:

Mijn broer draait altijd keiharde muziek op zijn kamer. Ik vind dat (mijn broer altijd keiharde muziek op zijn kamer draait) erg storend.

Slide 12 - Slide

Vragend voornaamwoord
In deze zinnen zijn Welke en Wat vragende voornaamwoorden. Er zijn er vier: wie, wat, welk(e), wat voor (een). Een vragend voornaamwoord (vr.vnw) staat aan het begin van een vraag of aan het begin van een zin die gemaakt is van een vraag.

Slide 13 - Slide

Vragend voornaamwoord
Wie gaat er mee naar de film? Boy vraagt aan zijn vrienden wie er meegaat naar de film.

Wat heb je vandaag gedaan? Rex informeert bij Roos wat zij vandaag gedaan heeft.


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Toets werkwoordspelling (c7) en grammatica (c5)

*Op donderdag 23 november 2023 toets.
*Wat moet je kennen en kunnen voor de toets?
Je leert de theorie (groene gedeelte boek/ oogje online) en je kunt oefenen.

Slide 16 - Slide

Toets 23.11.2023
Spelling werkwoorden (cursus 7) bk +kgt:
$9 herhaling lj 1
$10 Voltooid deelwoord, bk: blz. 230
$11 Werkwoordalarm, bk: blz. 232

Slide 17 - Slide

Toets 23.11.2023
Spelling werkwoorden (cursus 7) th:
$9 herhaling lj 1
$10 Engelse werkwoorden, blz. 230
$11 Voltooid deelwoord, blz. 242
$11 Werkwoordalarm, blz. 244
$12 Persoonsvorm in samengestelde zinnen, blz. 246

Slide 18 - Slide

Toets 23.11.2023
Grammatica woordsoorten (cursus 5) bk +kgt:
$1 herhaling lj 1
$3 Bijvoeglijk naamwoord, blz. 202
$5 Voegwoord, blz. 206
$7 Persoonlijk en bezittelijk vnw. (kgt, blz. )

Slide 19 - Slide

Toets 23.11.2023
Grammatica woordsoorten (cursus 5) th:
$1 herhaling lj 1
$3 Voegwoord herkennen, blz. 202
$5 Persoonlijk en bezittelijk vnw. blz. 206
$7 Aanwijzend vnw., blz. 210
$9 Vragend vnw., blz. 214

Slide 20 - Slide

Zelfstandig werken
Je maakt: Cursus 5 Grammatica 
BK+KT: WS $7 Mixopdrachten (alleen online)

TH: $7 Aanwijzend voornaamwoord, opdracht 1 t/m 4, blz. 210
$9 Vragend voornaamwoord, opdracht 1 t/m 4, blz. 214


timer
30:00

Slide 21 - Slide

Zelfstandig werken
Je maakt: Cursus 5 Grammatica 
BK+KT: www.cambiumned.nl/ werkwoordspelling
Oefenen voor de toets

TH: $11 Mixopdrachten (alleen online)


timer
30:00

Slide 22 - Slide

Evaluatie
*Welke aanwijzende voornaamwoorden heb je geleerd?
*Welke voegwoorden heb je geleerd?

*Heb je nog een vraag?

Slide 23 - Slide