Talent spelling 1.9

1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Nog een ezelsbruggetje: 
'T SeXy FoKSCHaaP



Slide 5 - Slide

Spelling
  • Interpunctie -> leestekens 

  • spelling werkwoorden 

  • spelling andere moeilijke woorden  

Slide 6 - Slide

Leestekens 
-punt .
-komma , 
-puntkomma ;
-beletselteken ...
-dubbele punt :
-aanhalingstekens '  '  of ''  '' 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Voltooid deelwoord: ww geeft aan dat iets/het is afgelopen
Je herkent het voltooid deelwoord aan het volgende: 

  • De zin bevat een vorm van hebben, zijn of worden
  • Er staat ge-, be-, ont- of ver- voor het werkwoord 
  • pas de regels van 'T KoFSCHiP X toe / maak het volt dw langer 
Vb: Dat heeft hij bevestig...... / Na hockey heb ik me gedouch.....

Slide 11 - Slide

Tegenwoordig deelwoord: ww geeft aan dat iets/het nog bezig is
Je herkent het  tegenwoordig deelwoord aan het volgende: 

  • bestaat uit een heel werkoord + d(e) 

Voorbeeld: Rennend at hij snel zijn broodje op 
De spelende kinderen rennen naar de bal. 

Slide 12 - Slide

Lesdoel
Je kent de regels van de Engelse werkwoorden en kunt deze toepassen. 

Slide 13 - Slide

Engelse werkwoorden

  • Engelse werkwoorden vervoeg je zoveel mogelijk als Nederlandse werkwoorden!
    Je gebruikt dus dezelfde regels.


  • Engelse werkwoorden hebben soms een afwijkende ik-vorm:
paintball, delete, race (vanwege de uitspraak)
scoor, promoot -(vanwege de o-klank)

Slide 14 - Slide

Engelse werkwoorden
  • Sommige woorden en werkwoorden die wij gebruiken, komen uit een andere taal. Je noemt ze leenwoorden

  • Let op: Bij werkwoorden als saven, timen en daten eindigt de stam op -e.

  • We 'vernederlandsen' de Engelse werkwoorden, behalve als je daardoor een verkeerde uitspraak krijgt.

Slide 15 - Slide

Hoe zit dat?
  • Bij het werkwoord saven eindigt de stam op -ve
  • -> save
  • De v van save zit niet in het 'T eX KoFSCHiP
  • Daarom krijg je in de verleden tijd -de of - den

Ik save                 Ik savede                Ik heb gesaved
Hij savet             Wij saveden

Slide 16 - Slide

Bij de meeste werkwoorden  werkt het dus hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.

Slide 17 - Slide

Maar..... let op goed de uitspraak!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide