Les 14: Repaso Hoofdstuk 3

Bienvenidos a la clase de español
1 / 36
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bienvenidos a la clase de español

Slide 1 - Slide

We starten in 5 minuten met de les.

Slide 2 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
A. Opstarten: les en absentie
B. Oefenen: quizlet.live (vocabulaire)
C. Oefenen: De positie van de bijv nmw en imperativo, ww met klinkerwisseling
D. Afsluiting


Después de la clase...
Je heb je geoefend met werkwoorden met klinkerwisseling
Je heb je geoefend met  imperativo
Je heb je geoefend met de vocabulario van hoofdstuk 3 



 

Los deberes para la próxima clase:
Leren: Bron 3.1, 3,2, 3.3 en 3.4 


Lesprogramma

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

A practicar!
Ga naar: https://quizlet.com/live
Vocabulario

Slide 5 - Slide

PASO ADELANTE 2
De positie van de bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Slide

Vul het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats in de zinnen in:

(moderno)Llevo unas _____________gafas_____________.
A
Llevo unas gafas modernas
B
Llevo unas modernas gafas

Slide 7 - Quiz

Vul het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats in de zinnen in:

(rubio)Mi hermano tiene el_____________pelo_____________.
A
Mi hermano tiene el pelo rubio.
B
Mi hermano tiene el rubio pelo.

Slide 8 - Quiz

Vul het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats in de zinnen in:

(poco)Tenemos _____________deberes_____________para mañana.
A
Tenemos deberes pocos para mañana.
B
Tenemos pocos deberes para mañana.

Slide 9 - Quiz

Schrijf de zin over en zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plek + geef de juiste vorm.

Llevamos un uniforme con _____ colores _____ (mucho)

Slide 10 - Open question

Schrijf de zin over en zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plek + geef de juiste vorm.

Tengo_____ ropa _____. (demasiado)

Slide 11 - Open question

Schrijf de zin over en zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plek + geef de juiste vorm.

Mis abuelos viven en una _____ casa_____.(blanco)

Slide 12 - Open question

Bijvoeglijk naamwoord:
Combineer de Spaanse bijvoeglijk naamwoord met de juiste Nederlandse bijvoeglijks
demasiado/-a
otro/-a
poco/-a
mucho/-a
medio/-a
nog een/een andere
te veel
veel
weinig
halve

Slide 13 - Drag question

PASO ADELANTE 2
Imperativo

Slide 14 - Slide

Hable mucho español
A
usted
B

Slide 15 - Quiz

Lee muchos libros sobre España.
A
usted
B

Slide 16 - Quiz

Escribe muchos mensajes a tus amigos españoles.
A
usted
B

Slide 17 - Quiz

Beba mucha agua.
A
usted
B

Slide 18 - Quiz

Compre unas zapatillas buenas.
A
usted
B

Slide 19 - Quiz

Descansa después de hacer deporte.
A
usted
B

Slide 20 - Quiz

Estudia mucho para el examen.
A
usted
B

Slide 21 - Quiz

PASO ADELANTE 2
Ww met klinkerwisseling

Slide 22 - Slide

Klinkerwisseling. Welke vorm hoort in welke zin?
Mañana, Paul y yo _____ un partido
Mi amiga Ana siempre _____ al hockey
Rita y Lola, ¿_____ al vóleibol?
Mis hermanos ____ juntos
juega
jugamos
juegan
jugáis

Slide 23 - Drag question

Klinkerwisseling. Zet de werkwoorden in de juiste vorm. Bedenk goed om welke vorm het gaat!
contar / yo

Slide 24 - Open question

Klinkerwisseling. Zet de werkwoorden in de juiste vorm. Bedenk goed om welke vorm het gaat!
poder / ella

Slide 25 - Open question

Klinkerwisseling. Zet de werkwoorden in de juiste vorm. Bedenk goed om welke vorm het gaat!
contar / ellos

Slide 26 - Open question

Klinkerwisseling. Zet de werkwoorden in de juiste vorm.
Mi hermano (jugar)

Slide 27 - Open question

Klinkerwisseling. Zet de werkwoorden in de juiste vorm.
Vosotros (poder)

Slide 28 - Open question

Klinkerwisseling. Zet de werkwoorden in de juiste vorm.
Tú (dormir)

Slide 29 - Open question

Klinkerwisseling. Zet de werkwoorden in de juiste vorm.
Mi hermano y yo (volver)

Slide 30 - Open question


Wat heb je van 
deze les geleerd?

Slide 31 - Open question

Huiswerk
Los deberes:
Leren: Bron 3.1, 3,2, 3.3 en 3.4 pagina 142 en 143



Slide 32 - Slide


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Slide 34 - Slide

Verander het bijvoeglijk naamwoord in het bijwoord:
[Probable] llueva en Buenos Aires.

Slide 35 - Open question

Verander het bijvoeglijk naamwoord in het bijwoord:
Voy [directo] a casa.

Slide 36 - Open question