Proeftoets lezen klas 1b hoofdstuk 3.3, 4.3 en 5.3
Proeftoets lezen klas 1b hoofdstuk 3.3, 4.3 en 5.3
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Proeftoets lezen klas 1b hoofdstuk 3.3, 4.3 en 5.3
Slide 1 - Slide
Terugblik: signaalwoorden Wat is geen signaalwoord?
A
als gevolg daarvan
B
januari
C
immers
D
soortgelijk
Slide 2 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
ten eerste
B
omdat
C
bijvoorbeeld
D
maar
Slide 3 - Quiz
Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandig naamwoord
D
Woorden die extra informatie geven
Slide 4 - Quiz
Het boek was spannend. Het is dus zeker de moeite waard om te lezen. Tekstverband?
A
Concluderend tekstverband
B
uitleggend tekstverband
C
tekstverband van tijdsvolgorde
D
Redengevend tekstverband
Slide 5 - Quiz
Herhaling: Welke signaalwoorden horen er bij een concluderend tekstverband?
A
zoals, bijvoorbeeld, zo, ter illustratie van
B
dus, daarom, concluderend, kortom
C
ten eerste, daarna, vervolgens, ook, tot slot
D
doordat, daardoor, met als gevolg
Slide 6 - Quiz
Bij welk tekstverband horen de volgende signaalwoorden: maar, toch, daarentegen, evenwel?
Slide 7 - Open question
Welke signaalwoorden horen bij het tekstverband tegenstelling:
Slide 8 - Open question
Een kernzin is dus een hoofdzaak. Na de kernzin komt dus...
A
Een bijzaak
B
Een hoofdzaak
Slide 9 - Quiz
Waar kan de kernzin ook staan?
A
Eerste zin
B
Tweede zin
C
Middelste zin
D
Laatste zin
Slide 10 - Quiz
Wat is een kernzin?
A
de eerste zin van de inleiding
B
de laatste zin van het slot
C
de belangrijkste zin van een tekst
D
de belangrijkste zin van een alinea
Slide 11 - Quiz
Wat voor tekstsoort is dit?
A
instructietekst
B
betogende tekst
C
informatieve tekst
D
verhalende tekst
Slide 12 - Quiz
Welke tekstsoort? De directie van onze school wil de zomervakantie korter maken. Dan krijgen we meer vrije dagen door het jaar heen. Dat vind ik een slecht plan. Ik heb om verschillende redenen liever een lange zomervakantie.
A
Amuserende tekst
B
Informerende tekst
C
Betogende tekst
D
Activerende tekst
Slide 13 - Quiz
Wat voor soort tekst is het? (1p) T1
A
Informatietekst
B
Instructietekst
C
Betogende tekst
D
Overhalende tekst
Slide 14 - Quiz
Wat is een hoofdgedachte? En hoe bepaal je de hoofdgedachte van een tekst?